De eerste brief aan de Thessalonicenzen

door

J.W.Weeda

     Inleiding:

                       

 Geschiedenis over de stad Thessalonica.

       

       Thessalonica/Thessaloniki was in de dagen van de apostel Paulus een vooraanstaande stad. Deze stad lag en ligt nog steeds in het noordoosten van Griekenland. Het is op éën na grootste stad van Griekenland. Thessalonica lag/ligt aan de Aegiesche Zee en had een drukke zeehaven in de dagen van de apostel Paulus. Thessalonica was gesitueerd bij de beroemde Egnatian weg die Rome verbond met geheel Griekenland en deze weg liep waarschijnlijk door tot in Klein Azië, nu Turkije.  Deze weg was bij uitstek dus een goede weg om het goede nieuws  van God, Gods genade evangelie, snel te verspreiden naar geheel Griekenland, Italië, Spanje en de rest van Europa.

 

                       

  Bijbelse geschiedenis over de gemeente te Thessalonica:   

     

     Hoe kwam de apostel Paulus in Griekenland (Europa) terecht? Het antwoord hierop kunnen wij lezen in Handelingen 16:9-13: “En door Paulus werd in de nacht een gezicht gezien; er was een Macedonische man staande , die hem bad en zeide: Kom over in Macedonie, en help ons. Toen hij nu dit gezicht gezien had, zo zochten wij terstond naar Macedonie te reizen, besluitende daaruit, dat de Heere ons geroepen had, om hun het Evangelie te verkondigen. Van Troas dan afgevaren zijnde, liepen wij recht naar Samothrace, en de volgende dag naar Neapolis.  En van daar naar Filippi, wat is de eerste stad van dit deel van Macedonie, een kolonie. En wij hielden ons op in die stad ettelijke dagen. En op de dag van de sabbat gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en neergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen die samengekomen waren.” Dus Paulus kreeg een visioen, een gezicht en tevens het laatste gezicht, van een man die wenkte om hem over te laten komen naar Griekenland (Europa) om de gelovigen daar te helpen. Paulus reageerde hierop onmiddellijk en vertrok met de anderen Silas, Timotheus en Lukas naar Griekenland.  De eerste stad die ze aandeden was Filippi. Dit lezen wij in Handelingen 16:11-40. In I Thessalonicensen 2:2 lezen wij het volgende hierover: “Maar hoewel wij tevoren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben wij nochtans vrijmoedigheid gebruikt in onze God, om het Evangelie Gods tot u te spreken in veel strijd”  In Handelingen 17 lezen wij over het feit dat niet alle inwoners van Thessalonica de boodschap van Genade Handelingen 20:24 met open hart aannamen.  We lezen in vers 4 van Hoofdstuk 17 van Handelingen dat er voorname Grieken waren: gelovige Grieken, heidenen, die God vreesden en zij namen de boodschap van genade aan als Gods Woord. Een heleboel mensen kwamen tot het geloof in de Heere Jezus Christus. Zij hadden zich bekeerd van de stomme afgoden tot de levende Heere. Van ongeloof, idolen en goden tot het behoudende geloof in Jezus Christus I Thessalonicensen 1: 8,9. Maar er waren ook Joden die niet geloofden en daarentegen de apostel Paulus en zijn medewerkers haten en deze veroorzaakten een oproer. Lees Handelingen 17:13! De gelovigen in de Heere Jezus Christus werden al vroeg geconfronteerd met het lijden voor Christus: “En gij zijt onze navolgers geworden, en van de Heere, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes” I Thessalonicensen 1:6.

 

                         

  De brieven aan de Thessalonicensen:

     

        De brieven aan de gelovigen te Thesalonica zijn naar alle waarschijnlijkheid geschreven door Paulus vanuit Korinthe en ongeveer in het jaar 54 na Christus. Het thema van deze brieven is de gezegende hoop, onze toevergadering tot Hem, de opname van de Gemeente, het lichaam van Christus. Deze zal plaatsvinden voor de grote verdrukking die hier op aarde zal komen.  De gelovigen te Thessalonica waren verward over de hoop, de toekomst met Christus door allerlei valse leringen die binnenkwamen in de gemeente. Er is ook nog een ander belangrijk iets wat ook besproken moet worden voordat we de studie over de Thessalonicensen zullen beginnen en wel: geloof, hoop en liefde. Deze 3 belangrijke woorden waren en zijn veel betekenend. Het is een drieeenheid voor het lichaam van Christus wat nu nog steeds bestaat. Deze 3 hadden de gelovigen heel erg sterk in hun wandel . De meeste van deze 3 is de liefde, de liefde van Christus I Korinthe 13:13! Na de opname van de gemeente zal alleen de liefde overblijven!

 

 -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

De eerste brief van de apostel Paulus

Aan de

THESSALONICENZEN

De eerste brief van de apostel Paulus

Aan de

THESSALONICENZEN

 

I Thessalonicenzen 1: 1-5:

 Paulus, Silvanus en Timotheus aan de gemeente  der Thessalonicensen, welke is in God de Vader, en de Heere Jezus Christus: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heere Jezus Christus. Wij danken God altijd over u allen, u gedachtig zijnde in onze gebeden; Zonder ophouden gedenkende  het werk uws geloofs, en de arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op onze Heere Jezus Christus, voor onze God en Vader; Wetende, geliefde  broeders, uw verkiezing van God; Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in de Heilige Geest, en in vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil.

 

    Alvorens wij  al de verzen gaan behandelen het volgende: Hoofdstuk 1 van deze eerste brief is in te delen in 3 delen te weten:

Vers 1 t/m 5: Dit gedeelte heeft te maken met het geloof van de gelovigen te Thessalonica.

Vers 6 t/m 8: Deze verzen behandelen de liefde die zij hadden.

Vers 9 t/m 10: Het laatste en 3e gedeelte van dit hoofdstuk vertelt over hun hoop.

 

We gaan nu deze brief vers bij vers bekijken:

     Vers 1: Paulus, Silvanus of Silas en Timotheus aan de gemeente te Thessalonicenzen.

      Wie zijn Silvanus of Silas en Timotheűs?  Zij waren ten eerste broeders in de Heere Jezus Christus en medearbeiders van de apostel Paulus. In Handelingen 15:40 lezen wij voor het eerst over Silas. We lezen daar het volgende: Maar Paulus verkoos Silas, en reisde heen, door de broeders aan de genade bevolen zijnde.”  Dit was net nadat Paulus en Barnabas uit elkaar waren gegaan.  In Handelingen 16: 1,2 lezen wij over Timotheűs. “En hij (Paulus) kwam te Derbe en Lystre. En ziet aldaar was een zeker discipel, met name Timotheűs, zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader. Aan wie goede getuigenis gegeven werd van de broeders te Lystre en Ikonium.  De laatste brieven van de apostel Paulus zijn ook gericht aan deze Timotheűs.

Wat opvalt in dit eerste vers is het volgende dat Paulus zijn naam Paulus adresseert aan de gelovigen zonder  het woord apostel of dienstknecht.  Aan de Thessalonicensen begint hij zijn adressering aan hen. Waarom doet de apostel Paulus dit? Er zijn hiervoor redenen. Eén van de redenen was dat er in deze gemeente te Thessalonica geen of nauwelijks serieuze problemen waren. Paulus had samen met de gelovigen te Thessalonica bittere vervolging meegemaakt toen hij bij hen was. Daardoor was er ook een hechte vriendschap ontstaan tussen Paulus en de gelovige broeders en zusters van deze gemeente. Wat ook mooi is is dit, dat zij (de gelovigen van de gemeente) in God de Vader en de Heere Jezus Christus zijn! Dit geldt ook voor ons als leden van het lichaam van Christus, wij zijn van Hem. Galaten 2:20. Ons leven net als het leven van de gelovigen te Thessalonica is met Christus verborgen in God Kolossensen 3:3.

    Genade en vrede: de apostel Paulus begint al zijn brieven met deze woorden. Wij zijn gered door genade door het geloof, het geloof van Christus. Efeze 2:8,9: Want uit genade  zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; Niet uit de werken, opdat niemand roeme” Genade en vrede komen van God, niet van mensen. Hij kan dit alleen geven! Wij mensen van nature kennen geen genade en vrede. Kijk maar in deze wereld: er is geen vrede maar oorlog en mensen kennen geen genade. God kan dit alleen geven: genade en vrede. Deze komen pas op het moment als iemand in de Heere Jezus Christus gaat geloven als persoonlijk Verlosser. Wij als gelovigen in Christus hebben deze vrede door Hem gekregen! Dit is de innerlijke vrede die wij hebben in onze Heere Jezus Christus. Romeinen 5:1 laat dit duidelijk aan ons zien: Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus”

 

Vers 2:

De apostel Paulus kon voor de gelovigen te Thessalonica (Thessaloniki) echt danken. Waarom was dit? Er was een reden voor dit. Zij hadden heel veel geleden voor de Heere Jezus Christus en ondanks dit hadden zij het geloof, hoop en de liefde behouden. Zij hadden het geloof in de Heere Jezus Christus niet opgegeven. Daarentegen waren zij alleen maar sterker geworden.  In vers 6 lezen wij het volgende: En gij zijt onze navolgers geworden, en van de Heere, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes.” Dit laat zien wat voor voorbeeld zij waren voor andere gelovigen in de Heere Jezus Christus in Macedonië en Achaje vers 7.  In 2 Korinthe 4:17 lezen wij: Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid” Wat verder opvalt in dit vers is dat Paulus dankt voor de mensen (medebroeders en zusters) en hen altijd gedenkt in zijn gebeden tot God. Wat een voorbeeld voor ons gelovigen in de Heere Jezus Christus om je medebroeders en zusters ook bij name te noemen in onze gebeden tot God.

Vers 3:

      3 belangrijke punten komen in dit vers naar voren te weten het volgende:

1 Het werk van het geloof

2 De arbeid der liefde

3 De verdraagzaamheid der hoop onze Heere Jezus Christus.

 

Het werk van het geloof. Wat wordt hiermee precies bedoeld? Het antwoord hierop is het operatieve geloof in het dagelijks leven. Het is niet alleen het geloof in de Heere Jezus Christus voor behoudenis maar ook dagelijks het vertrouwen in Hem en het werk van de Heere te mogen wandelen wat Hij heeft voorbereid. We lezen in Efez. 2:10 het volgende: Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” Geloof is ook een vrucht van de Heilige Geest (lees Galaten 5:22). Als wij ons in het dagelijks leven laten leiden door Gods Geest, Die in ons woont Efez. 1:13, dan volgen die vruchten van de Heilige Geest vanzelf.  Dit gaat wel samen met Gods Woord Romeinen 10:17!  Dus één van de vruchten van de Geest is geloof.  Nog een paar schriften die ook over het werk van het geloof gaan zijn Colossenzen 2:5: “ Want hoewel  ik met het vlees van u ben, nochtans  ben ik met de geest bij u, mij verblijdende  en ziende  uw ordening, en vastheid van uw geloof in Christus” , I Timotheus 1:5 en I Thessalonicenzen 3:2-10, 2 Thessalonicenzen 1:4. Tegen Timotheus in zijn laatste brief zegt de apostel Paulus het volgende : “……ik heb het geloof behouden” II Timotheus 4:7.

 

De arbeid der liefde. Wat wordt hiermee bedoeld? Wordt hiermee menselijke liefde bedoeld?  Persoonlijk denk ik dit niet want menselijke liefde is altijd egocentrisch. Hier spreekt de apostel Paulus over een veel diepere liefde. Er wordt hier gesproken over een broederlijke liefde. Het is de liefde van God door ons heen wat ook werkte in de gelovigen in Thessalonica.  In 2 Thessalonicenzen 1: 3b lezen wij: “ ….en dat de liefde van een ieder van u allen jegens elkander overvloedig wordt”  En in 1 Thessalonicenzen 4:9 lezen wij: Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijf; want gijzelf zijt van God geleerd om elkander lief te hebben” Dit is dus Gods liefde,Agape!  Liefde is ook vrucht van de Heilige Geest (lees nogmaals Galaten 5:22). De gelovigen te Thessalonica of Thessaloniki lieten zich leiden door Gods Geest, door Zijn Woord en waren in die tijd een voorbeeld om na te volgen maar ook vandaag kunnen wij dit voorbeeld ook volgen als leden van het lichaam van Christus.

 

De verdraagzaamheid der hoop op onze Heere Jezus Christus. De gelovige Thessalonicenzen verwachtten in die tijd al de Heere Jezus Christus. Alleen waren zij wat in de war gebracht door verkeerde leringen want de vraag was wat er zou gebeuren met hun geliefden die gestorven waren in Christus?  En moesten zij door de grote verdrukking ja of nee, of gedeeltelijk. Veel gelovige mensen ook nu vandaag geloven dat wij de grote verdrukking zullen meemaken of een gedeelte daarvan.  In  1 Thessalonicenzen 4:13-18 lezen wij over de toevergadering tot Hem.  In vers 10 van Hoofdstuk 1 lezen wij het volgende: En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn”

Lieve lezer voordat God oorlog of toorn gaat voeren op deze aarde zal Hij Zijn ambassadeurs , dat zijn wij, leden van het lichaam van Christus (lees 2 Korinthe 5:19-21) vergaderen tot Hem Christus Die ons komt halen vanuit de lucht. Titus 2:13 zegt ons: Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus”  Dit zal werkelijk gebeuren en dit kan elk moment gebeuren I Korinthe 15:51-53! Deze hoop is vast! Laat deze hoop altijd in u wezen, elke dag! Wij hoeven dus niet bang te zijn dat wij de grote verdrukking zullen meemaken want wij zijn niet onder Gods toorn maar onder Zijn genade! Wat een geweldige en genadige God hebben wij! Onze hoop is niet op aarde maar in de hemel. Laten wij ons dan richten op het hemelse Colossenzen  3:1-3!

 

   We hebben nu 3 belangrijke punten behandeld die ook beschreven staan in I Korinthe 13:13. Toen Gods Woord compleet werd in Colossenzen 1:25 bleven alleen deze 3 over: geloof, hoop en liefde, deze drie doch de meest van deze is de liefde, de liefde van Christus! Zolang wij nog op aarde zijn hebben wij te maken met deze 3 en straks als wij met Christus in de hemel zijn (lijfelijk) dan zal alleen nog de liefde gelden en overblijven!

 Vers 4

    In dit vers noemt de apostel Paulus de gelovigen te Thessalonica geliefde broeders. Zij, de gelovigen te Thessalonica of Thessaloniki hadden veel geleden samen met de apostel Paulus en ondanks de verdrukkingen die zij moesten lijden waren zij oprecht gebleven.  In Filippensen 1: 27-30 lezen wij het volgende: “Alleen wandelt waardig het Evangelie van Christus (evangelie van genade), opdat, hetzij ik kom en u zie hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in één geest, met één gemoed gezamenlijk strijdende  door het geloof van het Evangelie; en dat gij in geen ding verschrikt wordt door hen, die tegenstaan; hetwelk hun wel een bewijs is van het verderf, maar u van de zaligheid, en dat van God. Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden; Dezelfde strijd hebbende, hoedanige gij in mij gezien hebt, en nu in mij hoort.” Dit was de gelovigen te Thessalonica overkomen maar zij hadden het geloof, de liefde en de hoop in de Heere Jezus Christus niet opgegeven en de waarheid van God was in hen. Zij hadden zich aan Gods Woord vastgeklampt ondanks alle verdrukkingen.  Het tweede hier is uw verkiezing van God! Zij waren door God uitverkoren. In Efeze 1:4: “Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Hem in de liefde” Niet alleen zij waren uitverkoren door God voor de grondlegging der wereld maar wij ook, leden van het lichaam van Christus, de Gemeente zijn uitverkoren! Dit staat vast!  In 2 Thessalonicenzen 2:13 staat: “Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die door de Heere bemind zijt, dat u God van de beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid”

 

Vers 5:

    Voor dit vers gaan wij naar Handelingen 17:1-4: “En door Amfipolis en Apollonia hun weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften, Deze opende, en voor ogen stellende, dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus, Die ik, zeide hij u, verkondig. En sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd, en van de godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen niet weinige” Ja, het Evangelie van Genade Handelingen 20:24 heeft enorme kracht (Lees Romeinen 16:25,26!). Het goede nieuws van de genade van God komt niet alleen in woorden maar ook in kracht! De genade van God onderwijst, dit kunnen we lezen in Titus 2:12! Het evangelie van genade kwam naar hen toe in de Heilige Geest en in vele verzekerdheid. De Schrift van God gaat samen met Gods Geest! Het kwam en komt zeker over en er sprak en spreekt alleen maar zekerheid over en ook over het feit hoe Paulus samen met Silas en Timotheus hen benaderden. Hun houding tegenover hen heeft hen zeker aangeraakt. Paulus met Silas en Timotheus waren zeker niet ijdel of ijdelheidssprekers in een tijd van wijsgeren en wijsneuzen.  Het kwam uit een oprecht hart. Paulus en de zijnen ware niet eigenzinnig maar predikten de boodschap van genade om de mensen te Thessaloniki te winnen voor de boodschap en voor God. Zij kwamen ook betrouwbaar over. Dit is een les voor ons gelovigen als wij de mensen de boodschap van genade vertellen. Wij behoren niet eigenzinnig te zijn maar het Woord van God zo te brengen dat het aangenaam klinkt en dat mensen die het zien het ook uit oprechtheid kunnen zeggen dat God door ons werkt. Onze houding naar andere mensen behoort net zoals de apostel Paulus een voorbeeld te zijn. Paulus was de eerste die dit goede nieuws aan de mensen mocht vertellen. De Bijbel, Gods Woord was op het moment dat Paulus het geweldige nieuws van God vertelde nog niet compleet! God sprak door middel van openbaringen aan de apostel Paulus en hij mocht dit opschrijven! Beetje bij beetje werd alles bekend gemaakt door God aan hem.  

 

Vers 6, 7 en8

 

    De gelovigen in Thessalonica of Thessaloniki waren navolgers geworden van de apostel Paulus en Silas en Timotheus ten eerste  in de leer, de boodschap van genade. Zij waren dus navolgers geworden van Paulus dus zij volgden Paulus zoals hij de Heere Jezus Christus navolgde, niet naar de aardse bediening die de Heere Jezus Christus had maar juist volgens het hemelse programma.  Lees I Korinthe 4:15,16, I Korinthe 11:1, Filippensen 3:17.  Paulus presenteerde de opgestane Heere Jezus Christus en hij had van Christus ontvangen de nieuwe boodschap, de boodschap van genade en de bedeling van Gods genade  lees Efeze 3:1-3!

 

Hoe waren zij navolgers geworden?  In 3 aspecten waren zij navolgers geworden:

 

1 Zij hadden het Woord van God aangenomen wat de apostel Paulus hen verkondigde Handelingen 20:24.

2 In vele verdrukking met blijdschap in de Heilige Geest die in hen woonde en ook in ons woont!

Zij werden voorbeelden voor al de gelovigen in Macedonië en Achaje in geloof en liefde( dit is weer de liefde van God) die zij hadden tot al de heiligen.  Er was op de gelovigen te Thessaloniki niet op aan te merken. Kortom, zij waren echte voorbeelden zoals het behoort te zijn en wij die de gehele Bijbel hebben en leden zijn van het zelfde lichaam, de GEMEENTE, kunnen daarvan veel leren! 

 

Vers 9 en 10:

     De mensen uit de wijde omgeving toen vertelden anderen hoe het kontakt was van Paulus, Silas en Timotheus  met de gelovigen te Thessalonica.  Dit hadden zij gehoord van Paulus zelf.  3 Aspecten komen hier in deze verzen aan de orde te weten: geloven, dienen en wachten! Het is weer geloof, hoop en liefde!

Ten eerste: Zij, de gelovigen te Thessalonica bekeerden zich van de afgoden tot de levende God en dit is geloof!

Ten tweede: Om de levende en waarachtige God te dienen! Dit is liefde!

Ten derde: en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten en dit is hoop/wachten!

    De gelovigen te Thessalonica/Thessaloniki verlieten dus hun idolen en goden en gingen de waarachtige God dienen. Zij werden vreselijk verdrukt door de lokale bevolking o.a. Joden maar dit deed hen alleen maar goed omdat ze sterker werden in de Heere Jezus Christus in alle opzichten. Daardoor leerden zij meer te waarderen wat zij in Christus hadden.  Lieve mensen deze gelovigen zijn voorbeelden voor ons om na te volgen.  Het is nu bijna 2000 jaar verder en het is nog steeds dat wij onder de bedeling van genade leven  lees Efeze 3:1-3. We hebben nu nog steeds geloof, hoop en liefde! Wij verwachten nog steeds de Heere Jezus Christus vanuit de hemel en Hij zal ons verlossen van de toekomende toorn! Dit is de grote verdrukking die zal volgen nadat wij opgenomen zullen zijn in de hemel en met Christus altijd zullen wezen. Lees  I Thessalonicenzen 4:13-18, I Korinthe 15:51-53, Titus 2:13, Filippensen 3:20! Mijn gebed en verlangen is beste lezer dat u en ik zulke voorbeelden mogen worden in ons dagelijks leven voor andere gelovigen/ ongelovigen zoals de gelovigen te Thessalonica.

 

 

 

 

1 Thessalonicenzen 2

          Inleiding:

   Hoofdstuk 1 ging over de gelovigen te Thessalonica die de plaatselijke gemeente vormden met elkaar en een modelgemeente waren niet alleen voor Thessaloniki maar ook voor de wijde omtrek.  Er waren weinig problemen onder de gelovigen te Thessalonica. Hoofdstuk 2 is in te delen in 3 delen:

Vers 1-12: Dit gaat over de (model)gelovige. God vertelt ons in dit gedeelte wie de apostel Paulus voor een persoon was.

Vers 13-16: Dit gaat over het feit dat de gelovigen te Thessalonica het Woord van God aannamen, werden gelovig en ook veel moesten lijden voor de Heere Jezus Christus.

Vers 17-20: Dit gedeelte gaat over Paulus verlangen om de gelovigen te Thessalonica te ontmoeten.

 

Vers 1-2: Paulus stoutmoedigheid, vrijmoedigheid om het Evangelie van God te spreken in veel strijd.

Vers 3-4: Paulus getrouwheid aan God en aan de waarheid!

Vers 5-6: Paulus oprechtheid.

Vers 7-11: Paulus medegevoel, betrokkenheid bij de gelovigen te Thessalonica.

 

 

 

I Thessalonicenzen 2: 1-4

 

  “Want gij weet zelf, broeders, onze ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest; Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, een ook ons smaadheid aangedaan  was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben wij nochtans vrijmoedigheid gebruikt in onze God, om het Evangelie van God tot u te spreken in veel strijd. Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding, noch met bedrog; Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar God, Die onze harten beproeft.”

 

   Vers 1: Dit eerste vers gaat samen met Hoofdstuk 1: 5 en 9: de prediking van Gods genade evangelie: met diepe overtuiging en in vele verzekerdheid in de Heere Jezus Christus bracht de apostel Paulus de boodschap van Gods Genade. Wat een voorbeeld voor ons om na te volgen als wij met deze boodschap van genade andere mensen dit willen vertellen. De ingang tot de gelovigen te Thessalonica was niet tevergeefs geweest. In het Engels is het woordje vain wat komt van het Griekse woord Henoo. Waarom was het niet vergeefs? Het antwoord hierop is dat het vruchten had opgeleverd: de mensen waren van de stomme afgoden bekeerd en dienden nu de Heere Jezus Christus en hadden de boodschap van Gods genade aangenomen wat hen verder zou opbouwen in Christus. Zij hadden het Woord van God niet als een mensenwoord aangenomen maar als Gods Woord. Daarna hadden zij veel geleden voor wat ze geloofden. Desondanks dit bleven zij sterk in de genade van God en stonden hiervoor.  Nogmaals een geweldig voorbeeld voor ons om na te volgen als wij andere mensen dit goede nieuws vertellen/ overbrengen. Mochten wij ook net als de apostel Paulus sterk worden in de Heere Jezus Christus en in de sterkte van Zijn macht en deze boodschap met volle overtuiging en uit oprechtheid dit verkondigen aan onze medemensen (gelovig of ongelovig) in deze wereld!  

 

     Vers 2: De smaadheid en de vervolging die de apostel Paulus samen met  Silas was overkomen te Filippi. Daar gaat het hierover. Wij kunnen dit lezen in Handelingen 16:18-26!  Ondanks deze vervolging en lijden voor Christus hadden Paulus en Silas (+ Timotheus) de vrijmoedigheid van God om de boodschap van genade (lees Handelingen 20:24) toch ook te prediken te Thessalonica. Waar haalden zij de moed en kracht vandaan? Zijn gebruikten de kracht van Zijn opstanding, de kracht van Christus en de vrijmoedigheid alleen door Hem om door te gaan. In Filippensen 4:13 zegt de apostel Paulus tot ons: ”Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft”. In Efeze hoofdstuk 6: 18-20 lezen wij het volgende: “Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in de Geest, en daartoe wakende met alle volharding en smeking voor al de heiligen; En voor mij, opdat mij het Woord gegeven worden in de opening van mijn mond met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te maken. Waarvoor ik een gezant ben in een keten, opdat ik daarin vrijmoedig moge spreken, gelijk mij betaamt te spreken” Laat dit ook een gebed zijn voor ons als leden van het lichaam van Christus. Ondanks de vervolging en smaadheid ging de apostel moedig door met de verkonding van het evangelie van genade, de prediking van de glorie het kruis! Hij bad voor vrijmoedigheid en wist ook zeker dat hij met Christus meer dan overwinnaar was. Laat ook die gezindheid bij ons leven. Misschien wordt ons ook wel smaadheid aangedaan, worden wij geestelijk vervolgd hier in Nederland, of zitten wij in andere moeilijke omstandigheden. Laten wij altijd tot God de Vader bidden en Hem ook vragen om vrijmoedigheid om de boodschap van genade, de liefde van God voor mensen, dit ook door te geven aan andere mensen. We worden hier in Nederland niet in de gevangenis gezet vanwege Gods Woord en het geloof in de Heere Jezus Christus. We leven nog steeds in een vrij land. Dank God hiervoor! En zolang dit nog is laten wij net als de apostel Paulus het goede nieuws van genade aan de mensen om ons heen vertellen met alle vrijmoedigheid. Hij, Paulus was een ambassadeur in een keten . Hij zat vast met ketenen. En ondanks dit ging hij toch door. Gods Woord is niet gebonden lieve mensen.  Paulus vraagt de gelovigen te Efeze ook voor hem te bidden dat hij ondanks zijn gevangenschap toch de boodschap van genade, het geheimenis verder mocht vertellen met alle vrijmoedigheid. Ook behoren wij voor elkaar te bidden voor groei, vrijmoedigheid, inzicht in Gods Woord etc.

We lezen hier in dit vers over het Evangelie van God!  Er zijn verschillende benamingen voor het Evangelie van Genade zoals wij dit kunnen lezen in Handelingen 20:24 namelijk:

1 Evangelie van God: Romeinen 15:16, I Thessalonicenzen 2: 2, 8, 9

2 Evangelie van Zijn Zoon: Romeinen 1:9

3 Naar mijn Evangelie: Romeinen 2:16, Romeinen 16:25, 2 Timotheus 2:8

4 Evangelie van vrede: Efeze 6:15

5 Evangelie van Christus: Romeinen 15:19,29, I Korinthe 9:12,18, II Korinthe 2:12, II Korinthe 9:13,

                                             II Korinthe 10:14, Galaten 1:7, Filippensen 1:27, I Thess. 3:2, 2 Thess 1:8

6 Het Evangelie wat ik predik onder u: I Korinthe 15:1

7 Het Evangelie der zaligheid: Efeze 1:13

8 Ons Evangelie: 2 Thess 2:14, I Thess 1:5

9 Het Evangelie der heerlijkheid: 1 Timotheus 1:11, II Korinthe 4:4

 

Het Evangelie der genade  ging met veel strijd maar in vele verzekerdheid en in de Heilige Geest( Romeinen 10:17). Ook de wandel was en is een goed getuigenis niet alleen voor de mensen toen die in Thessaloniki of in de wijde omgeving woonden maar ook voor ons die leden zijn van het Lichaam van Christus, de GEMEENTE. Ze namen de Heere Jezus Christus aan als Verlosser! Daarvoor keerden zij zich van de stomme afgoden af en gingen geloven in de levende God door de Heere Jezus Christus. De boodschap van genade kwam met veel kracht en dat komt u nu na al die jaren nog! Het Griekse woord voor kracht is dunamis en dat betekent power. Het woord dynamiet is hiervan afgeleid en wij weten wat dynamiet kan doen! Het Evangelie van Genade was en is een machtig werk van God voor ons mensen! Lees nogmaals Handelingen 17:1-3 en I Thessalonicenzen 1:5!

 

    Vers 3 In dit vers komen wij het woord vermanen tegen. Wat betekent dit woord vermanen? Vaak denken wij aan vermanen aan iets negatiefs: met een wijzende vinger naar een ander toe of dat er een vinger naar ons gericht wordt  of dat er negatieve kritiek gegeven wordt naar ons toe of naar een ander persoon. Hier betekent het woord iets anders. Het Griekse woord is paraklesis wat betekent to comfort. Het woord hier is meer vertroosten voor verbetering voor hun bestwil. Deze vertroosting of aansporing ging op een vriendelijke liefdevolle manier. Het ging niet met verleiding of bedrog en ook niet op een onreine manier. Het was en is echte liefde van God die we hier lezen in dit vers. Wat een voorbeeld voor ons om ook zo te wandelen en zo ook mensen te vermanen. Niet alleen mensen wijzen op hun fouten maar hen helpen om het beter te gaan doen, dat is vermanen en natuurlijk ook naar onszelf kritisch kijken of wij wel wandelen zoals God het bedoeld in Zijn Woord want ander kunnen wij niet andere mensen helpen.  De apostel Paulus vertelde hen niet iets moois wat in werkelijkheid niet waar was. Het ging ook niet uit vuilheid, het was zuiver, uit een zuiver en rein hart wat de apostel hen verkondigde. Wij als ambassadeurs voor Christus behoren het ook zo te brengen naar de mensen. Zo behoort ook onze omgang met onze medemens te zijn.  In 2 Korinthe 4 1,2: “Daarom, omdat wij deze bediening hebben, wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arligstigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelf aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods”  Beste broeders en zusters in de Heere Jezus Christus: wij behoren de apostel Paulus te volgen niet alleen in de boodschap van genade maar ook in zijn wandel en hoe hij samen met medebroeders de boodschap van Gods genade bracht naar de mensen!

    Vers 4 God had Paulus geroepen om het evangelie van Genade te verkondigen. Laten wij dit nogmaals lezen in Handelingen 20:24 “Maar ik acht op geen ding, noch houd mijn leven dierbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en de dienst, welke ik  van de Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods”  Ook lezen wij hierbij Handelingen 9:15. Paulus was niet geroepen van een mens, noch van mensen maar van de opgestane Heere Jezus Christus vanuit de hemel. In I Korinthe 9:16 lezen wij: “Want indien ik het Evangelie verkondig, het is mij geen roem; want de nood is mij opgelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig” God had het Evangelie van genade Paulus toevertrouwd om dit te verkondigen aan de heidenen, aan de wereld. En Paulus was geen mensenbehager of zocht mensen te behagen. Het Evangelie van genade kwam niet met omhaal van woorden maar rechtstreeks uit zijn mond. In Galaten 1:10: “Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus” Wat betekent het woord behagen? In het Engels staat er voor dit woord pleasing wat betekent aangenaam maken voor mensen. De apostel maakte het niet aangenaam voor de mensen. Hij sloot geen compromissen met mensen of leringen der mensen. Wij behoren dit ook te doen. Te staan voor de boodschap van genade als wij die kennen en geen compromissen aangaan met andere leringen in deze wereld. Dus geen water bij de wijn doen. Alzo behaagde Paulus God. God doorzoekt onze harten. Hij kent ons allemaal, hoe wij denken en wat wij doen. . Een mooi vers hiervoor lezen wij in Psalm 139.

 

 

1 Thessalonicenzen 2: 5,6:

    “Want wij hebben nooit met pluimstrijkende woorden omgegaan, gelijk gij weet, noch met enig bedeksel van gierigheid; God is Getuige! Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als Christus apostelen”

 

     Vers  5  In dit vers roept de apostel Paulus God op als Getuige. Natuurlijk is God Getuige. In Filippensen 1: 8 lezen wij het volgende: “Want God is mijn Getuige, hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke bewegingen van Jezus Christus”  Het laat zien dat God altijd met Paulus was als hij het Woord van God bracht naar de mensen. De apostel Paulus samen met Silas en Timotheus brachten het Woord van God zuiver naar de mensen. Hij kwam nooit met laffe woorden. Er was niets van vleierij in het Woord wat hij bracht. Het ging ook niet gepaard met hebzucht of voor  eigen voordeel . Zij maakten zich niet populair bij de mensen. Hun zoel was niet om belangrijk te zijn maar de Heere Jezus Christus was en is de belangrijkste. Het was dus oprecht en het ging niet met gierigheid gepaard. Wat een geweldig voorbeeld om zo ook het goede nieuws van genade aan de mensen te verkondigen!

    Vers 6  De apostel Paulus zocht geen eer bij mensen. Hij liep ook niet weg met andere mensen. Hij eerde geen mens maar alleen God door de Heere Jezus Christus. Als een apostel had hij zichzelf tot last kunnen zijn voor anderen. Zijn autoriteit had hij kunnen gebruiken en allerlei eisen kunnen stellen aan mensen zodat er aandacht speciaal voor hem kwam. Dit heeft hij niet gebruikt of misbruikt. Waarom niet? Dan konden de mensen ook niet iets kwaads over hem spreken. Hij behoorde ook een voorbeeld te zijn, de eerste mens die gered werd door genade door het geloof Efeze 2:8,9. Hij is niet alleen een voorbeeld in de boodschap van genade maar ook in wandel is de apostel Paulus een voorbeeld voor ons om na te volgen. Hij zegt ook niet voor niets wordt mijn navolgers, lees  I Korinthe 4:16, I Korinthe 11:1!

 

I Thessalonicenzen 2: 7-10

   “Maar wij zijn vriendelijk geweest  in het midden van u, zoals een voedster  haar kinderen koestert; Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, u gaarne hebben willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. Want gij gedenkt, broeders, onze arbeid en moeite; want nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden lastig zijn, hebben wij het Evangelie van God onder u gepredikt. Gij zijt getuigen, en God, hoe heilig, en rechtvaardig, en onberispelijk wij u, die gelooft, geweest zijn.”

 

    Vers 7 en 8: De apostel Paulus was onder de gelovigen te Thessalonica vriendelijk geweest. Waarom zou u zich kunnen afvragen. Hij gaf zoveel om de gelovigen daar alsof het zijn eigen kinderen waren die hij als het ware had om voor te zorgen. Het Griekse word hier is trophos wat betekent nourishing=grootbrengen.  Een voedster of nurse in het Engels geeft veel om haar kinderen en zal als het nodig is ook zijn of haar leven voor zijn of haar kinderen geven.  Paulus was ook geneigd niet alleen de boodschap van genade te brengen aan de mensen maar zelfs ook zijn eigen leven, zijn ziel samen met Silas en Timotheus. Dat zegt wel wat over de liefde van Christus die in zijn leven een grote rol speelde naar andere mensen  en onder andere mensen. In Handelingen 20:24 lezen wij het volgende: “Maar ik acht op geen ding, noch houd mijn leven dierbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en de dienst, welke ik  van de Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods” Wat een opoffering van deze man een ook een voorbeeld om na te volgen. En zij, de gelovigen te Thessalonica waren Paulus gaan liefhebben hierdoor. Hij vertelde niet alleen het goede nieuws van genade, hij liet ook de praktijk zien wat de liefde van God is. Dit is erg belangrijk ook voor ons als we andere mensen ook het goede nieuws van genade brengen: theorie, de boodschap van genade en ook het praktische leven gaat samen. Het is ook hoe je je gedraagt t.o.v. anderen en hoe je bent onder onder mensen. De vriendelijkheid zal ervan af behoren te stralen. 

   Vers 9  De arbeid en moeite in de Heere Jezus Christus was erg groot van de apostel Paulus en Silas en Timotheus onder de gelovigen te Thessalonica. Ze werkten dag en nacht zonder iets terug te verwachten van de broeders (gelovigen) daar.  Dit laat zien wat voor liefde Paulus en Silas en Timotheus hadden in de Heere Jezus Christus voor hen. Zij predikten de Heere Jezus Christus tot deze broeders in Thessalonica en werkten niet alleen overdag maar ook ’s nachts met hun eigen handen.  Wat bijzonder is dit! Want zo konden ze zelf in hun eigen onderhoud voorzien en daarbij brachten ze dus ook nog het Evangelie van genade naar de mensen.  Paulus werkte ook met zijn eigen handen want hij was tentenmaker . Zo kon hij in zijn eigen onderhoud voorzien en was hij niet afhankelijk van geld  en goederen van andere mensen. Ook dat hij niet achteraf beschuldigd kon worden van het feit dat hij op anderen leunde die hem dan geld of goed regelmatig gaf. We kunnen dit lezen in Handelingen 18:3: En omdat hij van hetzelfde handwerk was, bleef hij bij hen, en werkte; want zij waren tentenmakers van handwerk” Naast de boodschap van genade brengen aan de mensen werkte hij ook met zijn eigen handen.  Dit is ook voor ons als gelovigen in de Heere Jezus Christus een voorbeeld om na te volgen zodat wij niet afhankelijk worden van anderen die dan giften (geld) aan ons geven. De enige broeders die Paulus goederen gaven waren de broeders uit Filippi. In Filippenzen 4: 16,17 lezen wij het volgende: "Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft. Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening"  En in vers 18 van hetzelfde hoofdstuk lezen wij: "Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditis ontvangen heb, wat van u gezonden was, als een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk"  In de eerste brief aan de Corinthiers zegt Paulus het volgende: "Alzo heeft ook de Heere  geordineerd voor hen, die het Evangelie verkondigen, dat zij van het Evangelie leven. Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb dit niet geschreven, opdat het alzo aan mij geschieden zou; want het ware mij beter te sterven, dan dat iemand deze mijn roem zou ijdel maken" 

Hieruit kunnen we opmerken dat als je het Evangelie van genade brengt naar de mensen dat je ook ervoor betaald mag worden want de Heere heeft dit zelf ingesteld. Alleen Paulus heeft hiervan geen gebruik of misbruik gemaakt en dit laat ook weer de zuiverheid zien. Het mag wel. Jaren geleden in 1987 was ik in de Verenigde Staten en ik logeerde bij een pastor in de buurt van New York. Hij werd deels betaald door de plaatselijke gemeente omdat hij de boodschap van genade predikte en een aantal dagen van de week werkte hij in New York en verdiende hij zijn geld met zijn werk.  Zijn vrouw werkte ook als parttimer net als hij in New York. Op zich was en is dit een mooi voorbeeld zodat je niet geheel afhankelijk wordt van andere mensen. 

 

   

   Vers 10: De gelovigen van Thessalonica waren getuigen van Paulus wandel onder hen en ook God was getuige. In zijn brieven vertelt de apostel Paulus vaker dat God zijn getuige is. Paulus moest zichzelf vaak verdedigen of verantwoording afleggen voor andere mensen. Veel mensen geloofden de boodschap van genade niet en er waren veel tegenstanders. God was zijn getuige. Dit laat ook zien dat God altijd bij Paulus was waar hij zich ook bevond. Ook voor ons is dit een voorbeeld om na te volgen en heel veel van te leren. De boodschap van genade kwam zuiver aan bij de mensen. Niet alleen het Woord van Genade maar ook de wandel werd heel sterk gezien. De wandel van de apostel Paulus was heilig (apart), onberispelijk (geen kwaad woord over te spreken of te beschuldigen) en rechtvaardig. Zij konden niets vinden waarop zij de apostel Paulus, Silas en Timotheus van iets konden beschuldigen. Zo gedroegen zij zich onder de gelovigen en zij hadden dit gezien en zodoende ook getuige hiervan. Laat dit ook tot uiting komen in onze wandel en daar behoren wij ook voor te bidden dat God ons mag leiden in de praktijk onder andere mensen. Dat wij een licht mogen zijn in deze donkere wereld die heel erg slecht is. 

 

I Thessalonicenzen 2 : 11-14

  

  “Gelijk gij weet, hoe wij een ieder van u, als een vader zijn kinderen, vermaanden en vertroostten. En betuigden voor God, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid. Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, toen gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft. Want gij, broeders, zijt navolgers geworden van de gemeenten Gods, die in Judea zijn, in Christus Jezus; daar ook gij hetzelfde geleden hebt van uw eigen medeburgers, zoals zij van de Joden”

 

   Vers 11: Hij, Paulus was als een vader voor zijn kinderen. Net als een vader die zijn kinderen aanspoort zo deed Paulus dat onder de gelovigen te Thessalonica. Hij was een geestelijke vader voor de gelovigen te Thessalonica. Zo had hij zich in de praktijk gedragen onder hen. Zij waren zijn geestelijke kinderen en hij vermaande en troostte hen. Dit gaat samen met Gods Woord. Door Gods Woord vermaande en troostte hij hen. Vermanen heeft vaak een negatief iets maar in dit vers is het positief. Hij spoorde hen aan om te gaan groeien in het geestelijke leven, niet alleen in kennis maar ook in wandel. Hij legt hen in deze brief wat hun hoop is, de opname van de gemeente, de hemelse hoop en positie in Christus. Hij spoorde hen aan om beter te gaan wandelen met God. Vertroosten is bemoedigen. Waar kunnen wij onze bemoediging vandaan halen? Van God vanuit zijn Woord van Genade (de brieven van de apostel Paulus: Romeinen t/m Filemon.

 

   Vers 12: Met overtuiging, met klem gezegd betuigen. Overeenkomstig de boodschap van genade Handelingen 20:24 behoorden zij te gaan wandelen. Dit geldt nu nog steeds voor ons (lees Filippenzen 1:27 en Efeze 4:1). Dit is waardig voor God om zo te gaan wandelen.  In Kolossenzen 1: 10: “Opdat gij de Heere waardig moogt wandelen, om Hem in alles te behagen in alle goede werken vrucht dragende, en opwassende  in de kennis van God”    God roept mensen tot Zijn koninkrijk. Is dit het 1000 jarig Vrederijk op aarde? Veel mensen geloven dat onze hoop hier op aarde is en dat de Heere Jezus Christus voor ons op aarde zal komen en dan zal het koninkrijk er zijn en Christus zal dan gaan regeren.  Hier wordt in dit vers over een ander koninkrijk gesproken;  namelijk het hemelse koninkrijk waarvan wij een deel  van zijn!   Wij behoren tot het hemelse koninkrijk! Niet tot het aardse koninkrijk! Wij zijn hemelburgers!  In Kolossenzen 1:13 lezen wij: “ Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde”  Dit hebben wij dus niet zelf gedaan maar God heeft dit gedaan!  Laat dit in Nederland nu eens tot mensen die geloven in de Heere Jezus Christus doordringen dat wij een hemelse hoop hebben en dat onze positie in de hemel is, in het hemelse koninkrijk en dat wij onze hoop niet op aarde hebben! Israel heeft een aardse hoop en zij zullen (gelovig Israel) het aardse koninkrijk ingaan en Christus zal dan koning over dit koninkrijk zijn. Dit is onder de profetie. Wij leven nu niet onder de profetie maar onder het geheimenis en daarbij hoort een andere hoop, namelijk een hemelse hoop 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Wij mogen elkaar met deze woorden troosten!

    

   Vers 13 De gelovigen in Thessalonica namen het Woord  wat Paulus hen predikte aan, niet als een woord van mensen maar als waarlijk Gods Woord. In Handelingen 17:1-5 lezen wij en voornamelijk in vers 4 het volgende: “En sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd, en van de godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen niet weinige” In het eerste hoofdstuk van deze brief in vers 5 lazen wij het volgende: “Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in de Heilige Geest, en in vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil.” Het Evangelie van genade (Handelingen 20:24) kwam met heel veel kracht en in de Heilige Geest wat samengaat met Gods Woord en met vele verzekerdheid. Kortom het kwam zo sterk naar voren dat de mensen in Thessalonica  overtuigd raakten dat het waar was. Uit ervaring kan ik hierover meepraten. Ook bij mij kwam het overtuigend en niet als een mensenwoord over toen ik voor het eerst in mijn leven de boodschap van genade hoorde. Het kwam puur uit de Bijbel en niet van mensen. Mensen onderwezen mij wel en dan puur uit de Bijbel! Gods genade onderwijst mensen, dit leert Titus 2:12 ons en in Romeinen 16:25 lezen wij dat het ons versterkt als gelovigen (lees deze beide verzen!) Het was het Woord van God dat de mensen in Thessalonica ertoe bewoog om in Christus te gaan geloven als persoonlijk Verlosser. Geloof komt door het horen en horen door Gods Woord, de Bijbel  Romeinen 10:17. Het is het levende Woord wat wortel schiet in het hart en je ontvangt het omdat het Gods waarheid is.  God werkt nu alleen nog maar door Zijn Woord. Niet wat je veel hoort dat mensen iets van een teken (droom of andere ervaring) tot geloof zijn gekomen in de Heere Jezus Christus. Het is zeker dat de Bijbel waarmee ze eerst mee in aanraking kwamen tot hen sprak, hen aanraakte waardoor die mensen erover na gingen denken. In het Griekenland wat Paulus zag was dat er veel filosofen waren maar die konden de mensen geen enkele hoop bieden. Lees Handelingen 17:18! In I Korinthe 1:20,21 lezen wij: “Waar is de wijze? Waar is de onderzoeker dezer eeuw?  Heeft God de wijsheid van deze wereld niet dwaas gemaakt? Want aangezien in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven”

 

   Vers 14: Niet alleen waren de gelovigen in Thessalonica navolgers geworden in de boodschap van genade want die hadden zij aangenomen , de waarheid van God  lees Handelingen 20:24 maar waren ook navolgers geworden in het lijden voor Christus net als de gelovigen die in Judea  woonden. De gelovigen te Judea hadden te lijden voor Christus en waren vervolgd door medeburgers de Joden die fel tegen Christus waren en in Thessalonica waren dat mensen die ook tegen Christus waren. Alleen dit waren Joden en die namen mee boze mannen uit de marktboeven en maakten het volk in rep en roer en de gehele stad kwam in opstand tegen de gelovigen die daar woonden. Ondanks dit waren de gelovigen uit Thessalonica doorgegaan met in Christus te geloven en ook voor Hem te lijden. Dit is voor ons ook heel belangrijk als gelovigen in het lichaam van Christus. Hier in Nederland kennen wij nog niet fysiek lijden zoals we dat veel zien in landen zoals Syrie, Oekraine door de oorlog en in landen in Afrika of Noord Korea. Wij hebben nog steeds de vrijheid om te geloven in de Heere Jezus Christus en dit ook door te geven aan onze medemensen. Dank God hiervoor elke dag. Dit zou ook zo kunnen veranderen en dan behoren wij dit voorbeeld van de gelovigen te Thessalonica ook na te volgen! In Filippenzen 1: 29 lezen wij: "Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar  ook voor Hem te lijden"  Wat gebeurde er nu in Thessalonica met de gelovigen?  In Handelingen 17:5-7 lezen wij: “Maar de Joden, die ongehoorzaam waren dit benijdende, namen tot zich enige boze mannen uit de marktboeven, en maakten, dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad: en op het huis van Jason aanvallende , zochten zij hen tot het volk te brengen (dit waren Paulus en Silas). En toen zij hen niet vonden, trokken zij Jason en enige broeders voor de oversten der stad, roepende: Dezen , die de wereld in beroering hebben gebracht, zijn ook hier gekomen; Welke Jason in zijn huis genomen heeft; en deze allen doen tegen de geboden van de keizer, zeggende dat er een ander koning is, namelijk Jezus” Toen zij Jason en de andere broeders uit hun huizen haalden ging dit met veel geweld: er staat geschreven dat zij Jason en enige broeders trokken voor de overste der stad. Dat is niet bepaald zachtzinnig, dit ging met fysiek geweld. Het laat de boosheid en het slechte van de mens zien wat hier gebeurde. Als we nu in deze wereld kijken, 2000 jaar na deze gebeurtenis in de Bijbel, lezen over hoeveel gelovigen in Christus lijden op dit moment is dit erg bedroevend. Wij behoren te bidden voor onze broeders en zusters die in deze omstandigheden leven en bidden voor hun vervolgers dat die tot inkeer mogen komen en ook in de Heere Jezus Christus gaan geloven!

 

 

I Thessalonicenzen 2: 15-16

 

   “Die ook gedood hebben de Heere Jezus, en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen tegen zijn. En verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden vervullen zouden, En de toorn is over hen gekomen tot het einde”

  

  Vers 15 en 16  Deze verzen gaan over de Joden die God niet kennen. De Joden oftewel Israël heeft God in Zijn totaliteit verworpen.  Zij weigerden ten eerste God als koning, dat Hij over hen heersen zou.  In I Samuel 8:7 lezen wij het volgende: “Doch de Heere zeide tot Samuël: Hoor naar de stem van het volk in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn”  Hier verwerpt het volk Israel God de Vader. Ten tweede hebben zij de Heere Jezus Christus gedood samen met de Romeinen, Hem laten kruisigen. Handelingen 3:15 (lees dit) en in Handelingen 7:51,52 lezen wij dat zij de Heilige Geest verwerpen, dat ze de profeten vervolgd hebben en de Heere Jezus Christus gekruisigd hebben. In de volgende verzen lezen wij dat zij Stefanus stenigen en die zegt in vers 60 van hetzelfde hoofdstuk: En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.  Zij , de Joden behaagden God niet en waren alle mensen tegen. In Romeinen 11:25 lezen wij dat de verharding over Israel is gekomen voor een tijd en daarna zal geheel Israel zalig worden. Dit zal zijn na de opname van de gemeente, na de bedeling van genade waaronder wij nu leven. Dan zal de profetische klok weer gaan tikken en Israel zal na de 7 jaren verdrukking weer zalig worden.

  Ook verhinderden de Joden hier in Thessalonica Paulus en zijn helpers om het goede nieuws van genade te spreken tot de heidenen ( lees Romeinen 16:25,26). De boodschap waardoor zij individueel door gered konden worden waren zij ook tegen en vervolgden Paulus en zijn medestanders Silas en Timotheus. De Joden brachten onrust in Thessalonica, zij beroerden de hele stad.

In Handelingen 17:10 lezen wij het volgende: “En de broeders zonden terstond des nachts Paulus en Silas weg naar Berea; welke , dar gekomen zijnde, gingen heen naar de synagoge der Joden”  Blijkbaar was het zo gevaarlijk voor Paulus en Silas overdag dat zij ’s nachts in allerijl weg moesten vluchten uit Thessalonica.

I Thessalonicenzen 2:17-18

 

  "Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ont te overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met grote begeerte. Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet."

 

   Vers 17 en 18: Zoals we hebben kunnen lezen in Handelingen 17:10 moesten Paulus en Silas vluchten uit Thessalonica.  Eigenlijk wilde de apostel Paulus de gelovigen te Thessalonica niet verlaten maar het was erg gevaarlijk voor hem en Silas geworden dat ze ten eerste vanuit Thessalonica naar Berea gingen. Van daaruit ging Paulus naar Athene en nog later kwam hij te Korinthe. Waarschijnlijk heeft hij de brief aan de gelovigen te Thessalonica of Thessaloniki geschreven vanuit Korinthe.  Het verlangen van de apostel Paulus was om hen ( de gelovigen van de gemeente te Thessalonica) weer te zien, te ontmoeten en om hen verder op de bouwen in de Schrift en hen te bemoedigen. Zijn hart was met hen.  Er staat met grote begeerte wilde hij hun aangezicht weer zien! Dit zegt heel veel over het feit dat de apostel Paulus heel veel liefde had voor deze broeders en zusters die al zoveel geleden hadden voor Christus en zodoende ook een modelgemeente was geworden onder de gemeenten die hij bezocht op zijn zendingsreizen.  Hij wilde samen met Silas en Timotheus de gelovige medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus te Thessalonica weer ontmoeten, hen opzoeken. Dit niet eenmaal maar meerdere keren was zijn plan hiervoor alleen de satan liet hem en Silas, Timotheus niet toe om weer terug te keren tot hen. Satan haat de boodschap van genade (Handelingen 20:24) omdat hij hierdoor verslagen is en daarom zet hij alles in het werk om deze boodschap tegen te houden.  Hij vervalst het Woord van God en laat mensen de leugen geloven dat wij niet onder de bedeling van genade leven en de boodschap behoren te leren kennen. Met allerlei valse leringen probeert hij mensen af te houden van Gods Woord. Hij kan mensen in zijn strik houden. Daarom  lezen wij de volgende verzen in 2 Timotheus 2:25,26: “Met zachtmoedigheid onderwijzende degene, die tegenstaan; of God hun te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid; En zij wederom ontwaken mochten uit de strik des duivels, waaronder zij gevangen waren tot zijn wil”

 

 

    Vers 19 en 20 Voor Paulus en Silas en Timotheus waren de broeders en zusters in Thessalonica of Thessaloniki hun hoop, blijdschap en kroon des roems. Hij, Paulus was heel erg blij met de broeders en zusters in de Heere Jezus Christus in Thessalonica. Zij waren voorbeelden geworden voor andere gelovigen in de verre omtrek. Hij wilde ze zo graag bezoeken zoals we hebben kunnen lezen  hiervoor maar de tegenstander van God hield het tegen. Desondanks juichte Paulus over hen. Hij had ze geestelijk kunnen helpen, er waren een heleboel mensen tot de Heere Jezus Christus tot geloof gekomen, toen hij daar met Silas en Timotheus was in Thessalonica. Van de stomme afgoden tot de levende God in Christus.  Zij waren daarna ondanks de vervolgingen en lijden getrouwe gelovigen geworden en gebleven. Daarom was Paulus zo blij en hij kon op hen rekenen. Ook in Filippenzen 4:1 zien we een vergelijkbare tekst als deze: “Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon staat alzo in de Heere, geliefden”. Zij net als de Filippenzen later waren zijn blijdschap, kroon , roem en heerlijkheid voor de Heere Jezus Christus en in Zijn toekomst!  De dag waarop wij allen vergaderd zijn met Hem in de hemel, de opname van de gemeente.

 

 

I THESSALONICENZEN 3

 

Inleiding tot hoofdstuk 3:

      Dit hoofdstuk is een vervolg op de verzen 17 t/m 20 van hoofdstuk 2 van de brief aan de Thessalonicenzen.

Zoals we in het laatste gedeelte van hoofdstuk 2 hebben kunnen lezen wilde de apostel Paulus de gelovigen te Thessalonica of Thessaloniki weer bezoeken. Hij deed een aantal pogingen om zich weer bij hen te voegen maar werd telkens gehinderd door de tegenstander van God, de satan.  Er was een bittere en sterke oppositie zodat de apostel Paulus hen niet kon bezoeken. Desondanks had Paulus een sterk en groot verlangen om zijn medebroeders en zusters in de Heere in Thessalonica weer te ontmoeten. Zoveel liefde van de Heere had hij voor hen. Aan de andere kant was hij ook erg bezorgd over hen welstand en hun staan voor de boodschap van genade die zij van hem hadden gehoord. Hij, Paulus was bang dat de verzoeker, de satan, hen  niet verzocht zou hebben en dat zij van het geloof in de boodschap van genade gevallen waren door de vele verdrukkingen en lijden die zij moesten lijden. Door al die verdrukkingen (lijden) kan je heel goed aan het twijfelen gebracht worden en satan neemt  daar veel gebruik van.  Vanaf vers 1 t/m 10 gaat het over het feit dat de apostel Paulus zelf in Athene si en dat hij Timotheus naar zijn medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus stuurt te Thessalonica om te kijken hoe het nu met hen gaat en om hen te versterken  en te vermanen (aansporen) in de Heere Jezus Christus.

 

I THESSALONICENZEN 3:1-2

“Daarom, deze begeerte niet langer kunnende  verdragen, hebben wij gaarne te Athene alleen gelaten willen worden; En hebben gezonden Timotheus, onze broeder, en Gods dienaar, en onze medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken, en u te vermanen aangaande uw geloof”

  

    Vers 1:   Dit vers gaat samen met de verzen in Handelingen 17:14-16. Paulus ging naar Athene nadat hij in Berea was geweest. Ook uit Berea moest de apostel Paulus wegvluchten en de broeders van deze stad zonden hem naar Athene. Silas en Timotheus bleven nog in Berea en zouden zich later weer aansluiten bij Paulus. Misschien is Lukas met Paulus meegegaan naar Athene. De Bijbel vertelt dit echter niet. Het kan ook zijn dat de apostel Paulus later dit allemaal heeft verteld aan Lukas zodat hij dit kon opschrijven in het boek Handelingen. In Athene was Paulus alleen en wachtte op Silas en Timotheus.  Wat er in Athene gebeurde kunnen wij lezen in Handelingen 17:15-34. (lees dit door).  Samenvattend uit deze verzen: Paulus ging eerst tot de Joden in de synagoge en hij handelde op de markt die godsdienstig waren. Hij bracht hen de boodschap van Genade en predikte hen de opgestane Heere Jezus Christus. De wijsneuzen en wijsgeren van Athene wilden wel weten wie deze Paulus was en wat hij verkondigde dus brachten hem naar de plek Areopagus. De apostel Paulus vertelt hen over het feit dat zij erg godsdienstig zijn en dat hij vele goden van hen gezien heeft in de stad maar dat hij ook een altaar heeft gevonden waarop stond: “aan de onbekende God”  Die onbekende God is de Ware God en hij gaat dit uitleggen aan hen en vertelt over de Heere Jezus Christus, over Zijn lijden en sterven voor ons aan het kruis en na 3 dagen en 3 nachten weer opstaan uit de doden. Toen de mensen in Athene dit hoorden spotten sommigen daar mee maar anderen wilden wel meer horen hierover en enkele mensen kwamen tot geloof. De intellectuelen hadden te veel menselijke kennis en waren te trots en wilden niet gaan geloven in de Heere Jezus Christus. Lees ook I Korinthe 1:18 en 22-29.

 

    Vers 2:  De situatie in de gemeente te Thessalonica was daarentegen heel anders dan de situatie  in Athene.  De Bijbel spreekt niet van een gemeente in Christus in Athene. Er waren wel wat gelovigen nadat Paulus daar in de aeropagus de mensen  had gesproken.  In de gemeente van Thesalonica waren gelovigen die in de Heere Jezus Christus waren en ook stonden voor de boodschap van genade.  Onmiddellijk daarna leden zij verdrukkingen veel voor de Heere Jezus Christus en werden gehaat door medeburgers in de stad. Deze waren opgehitst door Joden die daar woonden en God tegenstonden.  De apostel Paulus was bang  dat zijn medebroeders en zusters in de Heere in de gemeente te Thessaloniki door de verdrukkingen voor Christus hun geloof zouden opgeven of heel zwak werden in het geloof en daarom zond Paulus Timotheus naar hen toe. Timotheus was een goede soldaat in Christus, een medearbeider en een welgeteste man van God. Hij was betrouwbaar en hij was degene die de mensen kon aansporen (vermanen) en hen ook bemoedigen en sterken in de Heere Jezus Christus.  Hoe? Door Gods Woord natuurlijk. Hij, Timotheus was ook een volwassen man in Christus. Dit betekent dat hij enorm gegroeid was in het geloof. Paulus zond hem vaker naar medegeloven in Christus  om hen te vermanen en te versterken. Later werd Timotheus pastor en opziener  van de gemeente te Efeze (lees Filippenzen 2:19,20) en de apostel Paulus schrijft aan het einde van zijn leven de 2 brieven aan Timotheus. Dit zijn de pastorale brieven waaruit wij als gelovigen in Christus veel  van kunnen leren aangaande de plaatselijke gemeente, hoe te wandelen in deze donkere wereld waarin wij leven ect.  Wij als leden van het lichaam van Christus worden ook bemoedigd en gesterkt door  de brieven van de apostel Paulus want dit is ons dagelijks geestelijk voedsel.  En u, beste lezer in Nederland of in het buitenland, de vraag voor u is: wordt u ook bemoedigd, gesterkt en opgebouwd door de brieven van de apostel Paulus? Romeinen 16:25 en 26 zegt ons het volgende: "Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel van de eeuwige God, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt"  Persoonlijk wil ik u aansporen om de brieven te gaan lezen en te bestuderen voor u zelf zodat u gaat groeien in het geestelijk leven en net als Timotheus een volwassen man in de praktijk te worden in de Heere Jezus Christus die geworteld is en opgebouwd.  Kolossenzen 2:6,7: "Gelijk gij dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem; Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijk gij geleerd zijt, overvloedig zijnde daarin met dankzegging."

 

 

I THESSALONICENZEN 3: 3-5

 

“Opdat niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij weet zelf, dat wij hiertoe gesteld zijn. Want ook, toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, gelijk ook geschied is, en gij weet het. Daarom ook deze begeerte niet langer kunnende verdragen, heb ik hem gezonden, om uw geloof te verstaan; of niet misschien de verzoeker u zou verzocht hebben, en onze arbeid ijdel zou wezen”

 

     Vers 3,4 en 5. Het doel dat Timotheus gezonden werd naar de gelovigen in de gemeente te Thessalonica of Thessaloniki was om hen te vermanen en te versterken opdat niemand bewogen zou worden. Dit betekent dat niemand in de war zou kunnen geraken in de verdrukkingen die zij moesten lijden in de Heere Jezus Christus. De gelovigen in Thessalonica waren jong in het geloof in Christus en de apostel Paulus wist dat zij een makkelijke prooi zouden worden voor de tegenstander van God, satan. Hij probeerde en probeert telkens weer om mensen te ontmoedigen en te beschuldigen en de leugen onder mensen te verspreiden. Hij probeerde de mensen daar te ontmoedigen en hen af te leiden van de waarheid  namelijk de boodschap van genade die de apostel Paulus met Silas daar gepredikt had voordat zij moesten wegvluchten uit Thessalonica.  Verdrukkingen horen bij het leven van de gelovige, ook bij u en mij die leden zijn van het ene lichaam, het lichaam van Christus, wij zijn hiertoe gesteld!   In 2 Timotheus 2:3 lezen wij: “Gij dan, lijd verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus” Dit zegt de apostel Paulus tegen Timotheus vanuit de gevangenis later in Rome.  In Kolossenzen 1:24 lezen wij: “Die mij nu verblijd in mijn lijden voor u, en vervul in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de gemeente” En 2 Timotheus 3:12 zegt ons: “En ook allen, die godzalig willen leven in Christus Jezus die zullen vervolgd worden”    Beste mensen, de apostel Paulus leed ontzettend veel verdrukkingen in de Heere Jezus Christus en hij werd daardoor sterker in Hem in geestelijk opzicht. Door al die verdrukkingen zouden de mensen het geloof vaarwel kunnen zeggen en niet verder gaan met de boodschap van genade en dan zou het werk van de Heere Jezus Christus waarin Paulus, Silas en Timotheus wandelden tevergeefs zijn. Dus met andere woorden als Paulus samen met Silas de boodschap van genade predikte en de mensen dit aangenomen hadden en door verdrukking en lijden gelijk hadden verlaten dan zou de bediening onder hen tevergeefs geweest zijn. Paulus en Silas hadden de gelovigen reeds verteld dat er verdrukkingen en lijden zouden komen voor de gelovige broeders en zusters in de Heere Jezus Christus. Handelingen 17:5-9. Daarom is nazorg zo belangrijk want de satan ligt op de loer en zijn wegen zijn ons niet onbekend!  Daarom werd Timotheus tot hen gezonden.  Satan haat de waarheid en zal er alles aan doen om dit tegen te gaan. Ook nu vandaag is het precies hetzelfde. We hebben nu vandaag heel veel te maken met verdeeldheid en ruzies in het lichaam van Christus. Je ziet zoveel verschillende kerken en gemeenten die nauwelijks binding met elkaar hebben maar eerder van elkaar verschillen. Misschien heeft u ook met ruzie of verdeeldheid te maken( in uw eigen gemeente of kerk of in de thuissituatie of op werk ) waar u moedeloos van wordt. Onthoud  dan de woorden van Romeinen 8: 34-39: “Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid of vervolging, of honger, of naaktheid of gevaar, of zwaard? Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende

Dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere” Laat dit dan een bemoediging voor u zijn en als u hierover verder wilt praten dan kan dit. Stuur een mail (zie rubriek contact)en schroom niet dit te doen!

  

I THESSALONICENZEN 3: 6-10

 

“Maar  toen Timotheus  nu van u tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om u; Zo zijn wij daarom broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof; Want nu leven wij, indien gij vast staat in de Heere. Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding teruggeven voor u, vanwege al de blijdschap, waarmee wij ons om uwentwil verblijden voor onze God? Nacht en dag zeer overvloedig biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, wat aan uw geloof ontbreekt.”

 

     Vers 6: Via Timotheus kwam er goed nieuws over de medebroeders en zusters in de Heere in Thessalonica of Thessaloniki. Timotheus was gezonden naar de broeders en zusters in de Heere in Thessalonica om hen op te bouwen, te vermanen en te kijken of niet de verzoeker hen had misleid. Satan kan goed mensen misleiden en dat doet hij van het begin van de mensheid af. Hij is ook een mensenmoordenaar. Terwijl Paulus, inmiddels te Korinthe,  was om de mensen daar de goede boodschap van genade te verkondigen werd hij ook daar erg hard verdrukt.  Met veel zwakheid ging hij, Paulus, naar hen toe.  In I Korinthe 2:3 lezen wij: “En ik was bij u in zwakheid, en in vreze, en in veel beving”   In Handelingen 18: 4 lezen wij:  En hij handelde  op elke sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken” Toen daarna Silas en Timotheus vanuit Macedonie zich weer bij hem aansloten werd Paulus door Gods Geest gedrongen en betuigde  de Joden dat Jezus de Christus is.  De Joden weerstonden hem daar in de synagoge en daarbuiten en wilden niets met deze nieuwe boodschap van genade te maken hebben. Silas en Timotheus brachten Paulus dus het goede nieuws over de broeders en zusters in Thessalonica.  Zij hadden ondanks de vervolgingen en het lijden voor de Heere Jezus Christus nog steeds het geloof in Hem en ook de liefde van Hem voor medemensen.  Van Paulus, Silas en Timotheus was geen kwaad woord te zeggen.  Zij waren een goed getuigenis geweest niet alleen in het Woord van God maar ook praktisch, in hun wandel.  En zij begeerden om hen weer te ontmoeten.  En dit was wederzijds. Wat een modelgemeente is dit!  Het is voor ons om er niet alleen over te lezen maar dit ook in ons dagelijks zo te  leven zoals de broeders en zusters in Thessalonica. Zij stonden sterk in de Heere Jezus Christus en in de boodschap van genade en dit behoren wij ook te gaan doen want dit brengt heel veel zegen met zich mee.

 

   Vers 7 en 8: Ondanks alle verdrukkingen en noden werden Paulus, Silas en Timotheus  vertroost en versterkt door het goede bericht van de medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus te Thessalonica. Zij waren sterk gebleven in de boodschap van genade die zij ontvangen hadden van de apostel Paulus en bleven daarvoor staan ondanks de verdrukkingen die zij moesten lijden voor de Heere Jezus Christus. Het gaf Paulus, Silas en Timotheus veel moed om het goede nieuws van genade verder te verkondigen ook te Korinthe .  Het gaf als het ware nieuw leven ondanks alle tegenstand die er was, in Korinthe,  vanwege de Joden die tegen de boodschap van genade waren. De gelovigen te Thessalonica waren een voorbeeld voor de apostel en dit bracht hem goede moed om door te gaan met het verkondigen van Gods Woord, de boodschap van genade en het rechtsnijden van Gods Woord.  Zo behoort het ook in ons leven te zijn met de Heere Jezus Christus.  We hebben onze positie in Hem  Efeze 1 t/m 3, wij zijn compleet in Hem Kolossensen 2:10-12. God ziet ons in Christus Filippenzen 4:1 zegt ons: “Zo dan geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon , staat alzo in de Heere, geliefden” .  Efeze 6;3 zegt ons het volgende: “Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt weerstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende staande blijven” Wij behoren de gehele wapenrusting aan te nemen en zo ook staande blijven in de boodschap van genade zodat de tegenstander, de satan, ons niet in zijn strik zal krijgen zodat wij de leugen zullen geloven.  In I Korinthe 15:1 lezen wij: “Voorts broeders ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, waarin gij ook staat”  Beste lezer, broeders en zusters in de Heere Jezus Christus:  het is niet alleen het leren kennen van de boodschap van genade en het rechtsnijden van Gods Woord, het is ook  blijven staan voor de boodschap van genade en daarvan niet afwijken.  Het is ook in ons gebed omdat wij allen zwak zijn dat God ons ook mag vasthouden aan deze zekerheden die wij hebben in Heere Jezus Christus.

 

   Vers 9 en 10 De apostel Paulus werd dus heel erg bemoedigd en vertroost  door het feit dat de gelovige broeders en zusters in de Heere Jezus Christus waren blijven staan voor de waarheid, de boodschap van genade en daarvan niet waren afgeweken ondanks de verdrukkingen  en het lijden voor Christus die zij hadden in Thessalonica.  Zij stonden voor de waarheid, de genade van God . De apostel Paulus kon alleen dankzegging doen over hen naar God toe en hij verblijdde zich over hen. Dit goede nieuws over hen had hem zo blij gemaakt en nieuwe moed gegeven om met  kracht in de Heere Jezus Christus verder te gaan met het  goede nieuws van genade ook elders te verkondigen  zoals in Korinthe. De eerste stap was gezet van hun kant en daarover was alleen maar dankzegging en blijdschap.  De boodschap van genade en het rechtsnijden van Gods Woord  (Handelingen 20:24 en 2 Timotheus 2:15) maakt u sterk in de Heere Jezus Christus en bevrijd u ook van allerlei valse leringen die er zoveel zijn in deze wereld en waar de duivel mee bezig is want hij verdraait altijd Gods Woord.  Het bevestigt u ook  en het is ook tot gehoorzaamheid van uw geloof.  Daarom ook een vraag aan u beste lezer: kent u de boodschap van genade die als eerste werd verkondigd door de apostel Paulus en die wij kunnen lezen in zijn brieven (13 brieven) en het rechtsnijden van het Woord der waarheid?  Als u het niet kent leer dit goede nieuws van genade kennen en ga hiervoor staan (voor deze waarheden) en wijk daarvan niet af net zoals de gelovigen deden in Thessalonica/Thessaloniki!  De gelovigen te Thessalonica  zijn voor ons als gelovigen in de Heere Jezus Christus modelgelovigen om na te volgen.  De apostel Paulus had hen zoveel lief in de Heere Jezus Christus: hij bad zeer overvloedig om hun aangezicht te mogen zien. Dat was zijn verlangen: om hen weer te zien met het doel om hen nog meer te onderwijzen in de genade van God om hen te volmaken in Christus. Dit betekent dat zij in de praktijk van alle dag volwassen personen in de Heere Jezus Christus  zouden worden.  Dus te volmaken wat nog ontbreekt aan hun geloof.  Daarom schreef hij deze brief aan hen geїnspireerd door God.  Hij bad vurig voor dat moment niet alleen overdag maar ook ’s nachts. Wat ontbrak nog aan hun geloof? Waarschijnlijk ontbrak het hun aan de toekomst: de hoop in de toekomst met de Heere Jezus Christus!  Er was verwarring waarschijnlijk ontstaan over de tijden en gelegenheden (I Thessalonicenzen 5:1-4)  in de gemeente. We lezen ook in de volgende hoofdstukken over wandel (geen hoererij, geen kwade begeerten,  niet slapen zoals anderen maar wakker zijn en nuchter, geen kwaad met kwaad vergelden etc). Hierin waren zij nog niet gegroeid in de Heere Jezus Christus. Daarom hadden zij deze aansporing nodig en hij, Paulus, wilde dit rechtstreeks aan hun persoonlijk vertellen.   

 I THESSALONICENZEN 3: 11-13

 

"Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte onze weg tot u. En de Heere vermeerdere u, en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u; Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onze God en Vader, in de toekomst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen"

 

   Vers 11 Vanaf dit vers t/m vers 13 (tot het einde van dit hoofdstuk) lezen wij eigenlijk over een gebed dat de apostel Paulus hier doet.  Het is niet alleen een gebed ten eerste voor de gelovige medebroeders en zusters in Christus te Thessaloniki maar ook voor ons als gelovigen in de Heere Jezus Christus en leden van het lichaam van Christus 1 Korinthe 12:13 is dit gebed bedoeld, geldig. Wat staat hier nu precies in dit vers?  God de Vader en de Heere Jezus Christus richt onze weg tot u. Dit betekent dat God met Paulus was en dat het ook Gods wil was en is dat de gelovigen te Thessalonica verder mochten groeien in de Heere Jezus Christus en dat Paulus hen zal weerzien om hen te volmaken in Christus (in dagelijkse wandel). Het is niet alleen theorie maar ook praktijk. Hij Paulus deed dit niet alleen maar met God samen en met Hem zou hij teruggaan naar hen. In ieder geval schreef hij deze brief aan hen door God geїnspireerd.  De weg naar hen toe ging in de kracht van God de Vader en de Heere Jezus Christus. In de kracht van de opstanding!

   

   Vers 12 Door alle vervolgingen en lijden die zij hadden  ondergaan was de liefde die de apostel Paulus voor hen nog groter geworden. Zelf leed de apostel Paulus ook veel voor de Heere Jezus Christus en voor de boodschap van genade en het rechtsnijden van Gods Woord.  Er was veel tegenstand maar ondanks dit bid de apostel Paulus voor hen en verlangt dat zij zullen groeien in de liefde van Christus naar elkaar toe en niet alleen dat maar naar alle mensen toe. Dit betekent ondanks alles veel kunnen verdragen van andere mensen en van elkaar in de plaatselijke gemeente.  Dat dit meer tot uiting mocht komen in de praktijk. Hij Paulus had ook veel liefde voor hen.  Dat de Heere dit mocht gaan doen in hen en dit is het gebed wat de apostel Paulus voor hen deed .  Zij behoorden zich te laten leiden door Gods Geest door Zijn Woord.  Wij die bijna  2000 jaar verder leven en leden van het zelfde lichaam van Christus zijn behoren ook  dit te doen. Niet alleen in een plaatselijke gemeente maar ook daarbuiten op werk  of waar wij ons ook bevinden. Laat Gods Geest ons leiden door Zijn Woord (want het gaat samen met Zijn Woord).

 

   Vers 13 Opdat Hij uw harten versterke. Hoe doet Hij dit? Door Zijn Woord natuurlijk. Om onberispelijk te zijn in heiligmaking. Wat betekent dit allemaal? Onberispelijk betekent dat er geen kwaad woord gezegd kan worden over iemand.  Dat er geen beschuldiging kan plaatsvinden . Hoe kunnen wij onberispelijk wandelen?  Wij behoren elke dag ons te laten leiden door Gods Geest die in ons leeft Efeze 1:13, Efeze 4:30. Door vanuit het Woord van God , de Bijbel, te gaan leven en ons door Zijn Woord te laten leiden. Dit is een heilige of aparte wandel en dit is tot glorie en eer van God.  De toekomst van onze Heere Jezus Christus heeft te maken met onze toevergadering tot Hem.  Dit is de opname van de gemeente I Thessalonicenzen 4:13-18. Dat we tot die dag van de opname zo mogen wandelen met God en dat was ook het gebed van de apostel Paulus voor de gelovigen te Thessalonica.  Dit geldt ook voor ons want wij leven nog steeds onder de bedeling van genade Efeze 3:1-3 wat al bijna 2000 jaar duurt.   

 

 I THESSALONICENZEN 4:1-5

“Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in de Heere Jezus , gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt. Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door de Heere Jezus. Want dit is de wil van God, uw heiligmaking; dat gij u onthoudt van de hoererij; Dat een eider van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, zoals de heidenen, die God niet kennen”

 

 

Inleiding hoofdstuk 4

In de eerste 3 hoofdstukken hebben wij geleerd over de apostel Paulus hoe hij omging met de gelovigen te Thessalonica. Hoe hij daarna, toen hij in Korinthe was en de eerste brief schreef aan de medebroeders en zusters te Thessalonica, naar hen verlangde om hen weer te ontmoeten. Het was de liefde van Christus die hem daartoe dreef tot hen. Ondanks alle verdrukkingen en lijden voor Christus hadden zij nog steeds liefde van God voor elkaar en voor andere mensen en zij bleven voor de boodschap van Gods genade staan. Hun geloof in de Heere Jezus Christus en op God was erg sterk. Kortom in dit waren zij een modelgemeente voor andere gelovigen maar ook voor ons die leden zijn van het lichaam van Christus en bijna 2000 jaar later leven. Natuurlijk ontbrak het hen ook op bepaalde punten en dit zullen wij in de hoofdstuk bespreken en dit wilde de apostel Paulus met hen delen en hen daarop wijzen dat het beter kan als ze de wil van God gingen gehoorzamen. Ook voor ons zijn deze eerste verzen van dit hoofdstuk 4 erg belangrijk.

 

    Vers 1: De gelovigen te Thessalonica waren nog zo kort tot het geloof in Christus gekomen. Zij hadden de stomme afgoden vaarwel gezegd en waren de levende God gaan dienen. Hij had toen hij nog bij hen was verteld hoe zij behoorden te wandelen en hoe zij God konden behagen. De apostel Paulus bidt en vermaant hen (spoort hen aan) in de Heere Jezus Christus dat zij nog meer overvloediger mogen worden in hun wandel. Een vergelijkbare tekst mogen wij lezen in Filippenzen 1:27: “Alleen wandelt waardig het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in één gemoed gezamenlijk strijdende  door het geloof van het Evangelie” De gelovigen in Thessalonica net als de gelovigen in Filippi waren apart gezet door God , geheiligd door God, en niet door een paus uit Rome.  Doordat zij apart gezet waren  behoorden zij ook apart te gaan wandelen in de Heere.  Dit is hetzelfde met ons gebeurd toen wij de Heere Jezus Christus aannamen als persoonlijk Verlosser werden wij ook apart gezet. Wij zijn net als de gelovigen in Thessalonica geheiligd en God vraagt ook van ons een heilige wandel  of aparte wandel die niet lijkt op wat mensen doen in deze wereld. Dat wij ons door Hem mogen laten leiden, door Zijn Woord de Bijbel zodat wij net als de mensen in Thessalonica God kunnen behagen in ons leven. Wat betekent het woord overvloedig? Dit betekent in ruime mate. Dus niet een klein beetje maar juist heel veel. Dat was Paulus gebed voor hen maar dit betekent het ook voor ons.

 

   Vers 2 De apostel Paulus had zijn medebroeders en zusters in Thessalonica of Thessaloniki bevelen gegeven door de Heere Jezus Christus toen hij bij hen was. Het was hun allemaal uitgelegd door de apostel Paulus, Silas en Timotheus, dus zij wisten het. Hoe te wandelen waren bevelen die zij door de Heere Jezus Christus aan hen hadden uitgelegd. Het was dus belangrijk dat zij ook in de praktijk van alle dag dit zouden doen, zo zouden wandelen wat God behaagde. Vanwege de aanwezigheid van de zonde en te kiezen voor de zonde in plaats van te laten leiden door Gods Geest wat samengaat met Zijn Woord zijn wij als mensen toch zwak en kunnen wij  gemakkelijk afwijken van de wil van God, van Zijn bevelen naar het Genade Evangelie.  Het is in ieder geval een waarschuwing niet alleen aan de gelovigen te Thessalonica maar ook wij kunnen hieruit lering trekken want dit kan ons gebeuren.

 

 

   Vers 3 en 4 In deze verzen lezen en leren wij over de wil van God. Gods algemene wil kunnen wij lezen in I Timotheus 2:3,4: “Want dat is goed en aangenaam voor God, onze Zaligmaker; Die wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen”. Hier begint het mee. God wil dat alle mensen de Heere Jezus Christus aannemen als persoonlijk Verlosser, in Hem gaan geloven wat Hij voor hen heeft gedaan aan het kruis en dan dat de mens de boodschap van genade leert kennen: tot kennis der waarheid komt.  Het is niet alleen het aannemen van de Heere Jezus Christus, het komt ook aan op de praktijk (lees Kolossenzen 2:6-8 zorgvuldig!) Hier lezen wij ook over Gods wil. Wat wil God? Veel mensen in de zogenaamde Christelijke wereld vragen zich bijna elke dag af wat God van hen wil. Er komen vragen naar boven van waar wil God mij hebben? Wil Hij dat ik naar bijvoorbeeld Afrika ga of Zuid Amerika of dat ik een kerk ga stichten of arme mensen of verslaafden ga helpen?  Wat is Gods wil voor mijn leven? Lieve mensen, dit is niet Gods wil. Het is je eigen wil om naar Afrika te gaan of bijvoorbeeld mensen te gaan helpen en natuurlijk kan God jou daarbij helpen en door jou heenwerken naar andere mensen toe. De wil van God kunnen wij lezen in Zijn Woord, de Bijbel.  Lees maar verder in dit vers. Wat wil Hij van ons? Hij wil dat wij heilig, apart zullen gaan wandelen, apart voor Zijn glorie want Hij heeft ons gered van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van Zijn geliefde Zoon Jezus Christus. Dit is heiligmaking. Dat wij die stap zetten en gaan wandelen naar de nieuwe mens die wij in Christus zijn. Dat wij ons zullen onthouden van hoererij.  In I Korinthe 6:18 lezen wij het volgende: “Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.”  In de tijd dat de apostel Paulus op aarde leefde was er veel hoererij, vooral in havensteden zoals Korinthe maar blijkbaar ook in Thessaloniki.  Hier in Nederland waar wij wonen bestaat er ook veel prostitutie of hoererij. Net als de gelovigen te Thessaloniki worden wij met dit vers ook vermaand/gewaarschuwd om dit niet te doen. Wij als gelovigen in Christus behoren dus heilig te wandelen en niet zo te zijn als de andere mensen die Hem niet kennen in hun levens. Ons lichaam is de tempel van de Heilige Geest Die in ons woont en waarmee wij zijn verzegeld tot de dag der verlossing Efeze 1:13,14 en Efeze 4:30, I Korinthe 3:16,17:”Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in u woont? Zo iemand de tempel Gods schendt, die zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt”

   Wij zijn van Christus en behoren God te dienen en te verheerlijken. Hij heeft ons niet voor niets gekocht door het bloed van Zijn geliefde Zoon Jezus Christus aan het kruis! Wij zijn dus een vat, een aarden vat waardoor Hij kan werken zodat dit tot eer is van Hem.  In 2 Timotheus 2:19-21 lezen wij het volgende: “Evenwel het vaste fundament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen die de Zijnen zijn; en Een ieder die de Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden vaten; en sommige ter ere, maar sommige ter onere. Indien iemand zichzelf van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid” Blijkbaar waren er wel mensen toen in het lichaam van Christus en nu ook ongetwijfeld mensen die geen vat zijn van eer voor God.  Zij dienen de Heere Jezus Christus niet maar hun eigen ik. In Korinthe  worden voorbeelden gegeven van mensen die geloofden in Christus maar naar de hoeren gingen en hoererij bedreven en dit was echt een schande (Lees I Korinthe 5:1-8 zorgvuldig door!). Hoererij of overspel  knaagt aan iemand zijn geweten en de meeste mensen schamen zich daar ook erg voor als ze dat gedaan hebben. Laten wij als broeders en zusters in Christus hier van wegvluchten en een vat van eer zijn voor God en Hem  behagen in plaats van onszelf.

    

    Vers 5  De ongelovigen in deze wereld waar wij ook dagelijks mee te maken hebben of het nu in werk is of op school of ergens anders wandelen naar de begeerten van hun eigen vlees.  Je ziet vaak dat mensen niet tevreden zijn met wat ze hebben maar altijd meer willen hebben en hierin kunnen zij ook veel dingen begeren die erg kwalijk zijn zoals bijvoorbeeld hoererij, drank, drugs etc. Toen wij de Heere Jezus Christus niet kenden deden wij deze dingen ook. Misschien waren wij niet verslaafd aan drank of drugs maar hadden weer andere begeerten en leefden voor onszelf (puur egoisme). In Efeze 4:17-20 lezen wij: “Ik zeg dan dit, en betuig het in de Heere, dat gij niet meer wandelt, zoals de andere heidenen wandelen in de ijdelheid van hun gemoed. Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding van hun hart; Die, ongevoelig geworden zijnde, zichzelf hebben overgegeven tot ontuchtheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven. Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd”  Laten wij niet gaan wandelen zoals de ongelovigen rondom ons die God niet kennen en alleen voor zichzelf leven. Dit betekent dat wij behoren te leven naar de genade van God , naar de boodschap van genade, aan ons gegeven. In I Korinthe 15:33 en 34 lezen wij: “Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven goede zeden. Waakt op rechtvaardig, en zondigt niet. Want sommigen hebben de kennis van God niet. Ik zeg het u tot schaamte” In de wereld heeft men het gezegde “waar je mee omgaat wordt je door besmet”. Dit is ook echt zo. Tot op zekere hoogte kunnen wij omgaan met ongelovigen rondom ons maar wij behoren ons niet gaan mengen met hen.  Niet hetzelfde te gaan doen wat zij doen bijvoorbeeld alcohol drinken (veel drinken). Wij zijn anders, wij hebben Christus leren kennen. Gods Geest woont in ons en als wij bijvoorbeeld dronken worden van wijn of andere alcohol bedroeven wij de Heilige Geest Die in ons woont. Bovendien tast dit ook onze hersencellen aan.  Wij , die van Christus zijn zijn dan ook geen voorbeelden voor mensen die niet geloven. Dan zijn wij net als de wereld en dit is niet de wil van God.

 

 

I Thessalonicenzen 4:6-12

 “Dat niemand zijn broeder vertrede, of bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles; gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben. Want God  heeft ons niet geroepen tot  onreinheid, maar tot heiligmaking. Zo dan, die dit verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heilige Geest in ons heeft gegeven. Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node , dat ik u schrijf; want gijzelf zijt van God geleerd om elkander lief te hebbe. Want gij doet ook hetzelfde aan al de broeders, die in geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt;" En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken  met u eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; Opdat gij eerbaar wandelt bij hen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt

    

    Vers 6: Dat niemand zijn broeder vertrede, of bedriege in zijn handeling. Wat betekent dit nu eigenlijk?  In het Engels staat er go beyond wat betekent verreiken, bedriegen.  Als gelovigen in de Heere Jezus Christus behoren wij eerlijk te zijn tegenover onze broeders en zusters in de Heere in welke kwestie dan ook, in wat voor omstandigheid. Niet zoals het voorbeeld Jacob die zijn vader Izaak bedriegt en hij werd later ook door Laban bedrogen. Misschien zijn wij zelf ook wel eens bedrogen door iemand anders en dat voelt niet fijn of prettig. Persoonlijk heb ik dit wel eens aan de hand gehad. Laat ons ja ja zijn en ons nee nee. Dit leren wij vanuit de tweede Korinthebrief in II Korinthe 1:15-19 (lees dit door) en Jacobus 5:12. Wij behoren altijd de waarheid  te spreken tegenover onze broeders en zusters en hen niet bedriegen. De andere persoon weet misschien niet dat je hem of haar bedriegt maar God weet dit wel en Hij is een wreker over dit. De apostel Paulus wandelde altijd eerlijk onder de broeders en zusters in de Heere Jezus Christus. Laten wij dit ook doen en hem ook navolgen in onze dagelijkse wandel met God!

   

   Vers 7 God heeft ons uit de duisternis gehaald en overgezet in het koninkrijk van Zijn Zoon Jezus Christus. Hij heeft ons geroepen om heilig en rechtvaardig te wandelen in ons dagelijkse leven met Hem . God heeft ons niet geroepen tot onreinheid. De mensen die God niet kennen om ons heen doen onreine dingen, zij kunnen niet anders. Zij kunnen niet anders. Wij wel omdat wij uit die duisternis getrokken zijn en nieuwe mensen zijn in Christus. Laat ons wandelen naar de nieuwe mens! Wij kunnen kiezen als gelovigen in Christus. Laat ons dan kiezen voor Gods Woord en ons daardoor laten leiden!  In I Korinthe 6: 18 t/m 20 lezen wij het volgende in verband met de hoererij want dit is onreinheid: “Vliedt de hoererij, Alle zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft,  zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die gij van God hebt, en dat gij van uzelf niet zijt? Want gij zijt duur gekocht: zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn”  In de Romeinenbrief in Hoofdstuk 6 vers 12 en 13 lezen wij: “Dat de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden van dat lichaam. En stelt uw leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelf Gode, als uit de doden leven geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid.”

 

  Vers 8 Het verwerpen heeft in dit vers te maken met de roep die God doet aan ons. Hij heeft ons geroepen niet tot onreinheid maar tot heiligmaking in onze wandel met Hem. Nu kunnen wij als mensen die in Christus Jezus zijn kiezen. We kunnen kiezen voor onreinheid of om heilig te wandelen.  Als wij geen gehoor geven aan deze roep van God en kiezen voor de onreine dingen te doen dan verwerpen wij niet een mens maar God zelf!  Zoals we hebben kunnen leren woont God in ons door middel van Zijn Heilige Geest. Met de Heilige Geest zijn wij verzegeld tot de dag der verlossing. Efeze 4:30 zegt ons: “En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing”.  God roept ons om de vorige wandel af te leggen en de nieuwe mens aan te doen: “Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, de oude mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding; En dat gij zoudt vernieuwd worden in de geest van uw gemoed, En de nieuwe mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid” Efeze 4: 22-24. Dit behoren wij als nieuwe mensen in Christus te doen: elke dag weer de oude mens afleggen en niet gaan wandelen naar onze vleselijke begeerten maar ons laten leiden door Gods Geest door Zijn Woord.  Alle  dingen van ons vlees behoren wij af te leggen zoals bitterheid, toornigheid, gramschap, geroep en lastering met alle boosheid en laat onder ons geen hoererij  (overspel) en alle onreinheid of gierigheid genoemd worden van andere mensen. Laten wij net als de apostel Paulus en zijn medestanders een voorbeeld zijn voor de wereld waarin wij leven.  Lees Efeze 4:31 t/m Efeze 5: 1-6 voor uzelf nog eens door beste lezer!

   

   Vers 9 en 10:  De apostel Paulus hoefde de gelovige medebroeders en zusters in Thessalonica niet uit te leggen hoe zij elkaar behoorden lief te hebben in Christus want dit hadden zij van God zelf geleerd. Dit had hij ook van gehoord.  In I Thessalonicenzen 1: 7 lezen wij dat de gelovigen te Thessalonica voorbeelden waren geworden voor al de gelovigen die in Macedonie en Achaje woonden. Niet in het alleen maar het aannemen van Gods Woord van genade maar ook in deze dat zij broederlijke liefde hadden voor elkaar in de plaatselijke gemeente. God roept ons ook om dit te doen. In Efeze 5:2 lezen wij: “En wandelt in de liefde, gelijk ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelf voor ons heeft overgegeven  tot een offerande en een slachtoffer Gode tot een welriekende reuk.”  De broederlijke liefde  hadden zij dus voor al de gelovigen in Macedonie en Achaje. Het verlangen van de apostel Paulus  was dat zij nog meer overvloediger zouden worden in dit. Dat zij hierin zouden groeien want dit hadden zij niet van zichzelf en net zo min hebben wij dit van onze eigen natuur om andere mensen lief te hebben.  Als wij ons laten leiden door Gods Geest dan gaan wij andere medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus ook liefhebben. Dit is geen menselijk liefde maar de liefde van God. Als wij ons laten leiden door de brieven van de apostel Paulus die voor ons persoonlijk geschreven zijn onder de bedeling van genade Efeze 3:1-3 waaronder wij leven dan gaan wij al deze dingen leren: liefde opbrengen, geven aan andere mensen (gelovigen en ongelovigen). Ook geduld op te brengen en geduldig met andere mensen omgaan. Dit is één van de moeilijkste dingen die wij als mensen behoren te leren: geduld hebben!

 

 

   Vers 11 en 12: Nadat de apostel de medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus te Thessalonica of Thessaloniki  vermaand had om nog meer broederliefde te tonen naar elkaar toe en naar andere mensen in hun omgeving komt hij nu met een punt werken/arbeid dat nu nog steeds geldt onder de bedeling van genade waaronder wij leven.  Waarschijnlijk had Timotheus Paulus ingelicht over het feit dat er sommigen onder de gelovigen waren die niet werkten maar ongeregeld wandelden en ijdele dingen (dus tevergeefse) deden.  De apostel Paulus vermaant hen dat zij zich behoren te beijveren stil te zijn en hun eigen zaken/ eigen dingen doen. Misschien dachten deze mensen dat de Heere Jezus Christus spoedig zou terugkomen en dit gaf hen het idee om niet meer te werken.  Dat ze zouden werken met hun eigen handen. Dit geldt ook voor ons nu 2000 jaar verder!  Wij behoren te werken niet alleen voor onszelf, ook voor onze gezinnen en het is ook goed om te werken met je eigen handen.  In Efeze 4:28 lezen wij: “Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende wat goed is met de handen, opdat hij hebbe mee te delen aan hem, die nood heeft” Het is dus eerlijk wandelen bij degenen die buiten zijn(ongelovigen). De tegenstander, satan kan dan ons niet op een of andere manier beschuldigen of murw maken omdat wij niet werken.  Bovendien zal het God niet behagen. God zei al in het begin na de zondeval dat de mens zal werken in het zweet des aanschijns. En zo is het nog steeds. En de apostel Paulus is ons grote voorbeeld in deze want hij werkte dag en nacht want hij was tentenmaker lees Handelingen 18. Als wij gewoon werken met onze eigen handen en geld verdienen daarmee  dan respecteert men ons meer dan dat wij niet werken en ook niet willen werken.  Dit gebeurde dus in Thessaloniki met sommigen onder hen dat zij niet wilden werken.  Laten wij werken/arbeiden zodat wij niet afhankelijk van anderen zijn maar juist onafhankelijk zoals de apostel Paulus dat ook deed.

 

 

I THESSALONICENZEN 4:13-18

   

    Inleiding:  In dit gedeelte wordt er in Gods Woord onze toevergadering of de opname van de GEMEENTE, het lichaam van Christus, uitgelegd. Dit is voor ons als leden van het lichaam van Christus  onze hoop die wij hebben in Christus!  Voordat we vers bij vers dit doornemen eert het volgende:

De belangrijkste dingen die we uit deze verzen kunnen halen zijn de volgende:

- Het Woord des Heeren

-De Heere Jezus Christus komt op een bepaalde dag en op een bepaald ogenblik naar ons toe in de wolken om ons, zijn ambassadeurs, te halen.

-Hij, de Heere Jezus Christus komt met de stem van een archangel en met de bazuin.

-De gestorvenen in Christus worden eerst opgenomen, daarna de levenden in Christus die nog op aarde zijn.

 

               Verschillen tussen de opname van de Gemeente, het lichaam van Christus en de 2e komst van Christus op aarde:

 

 

Bij de opname of toevergadering blijft de Heere Jezus Christus in de wolken, atmosfeer

Bij de 2e komst of wederkomst op aarde zullen de voeten van Heere Jezus Christus op de olijfberg staan Zacharia 14:4

Bij de opname van de Gemeente zullen mensen een ander lichaam krijgen I korinthe 15:51-54, Romeinen 8:18-23, Filippenzen 3:20,21.

Bij de wederkomst op aarde blijven de mensen in het natuurlijke lichaam waarmee ze geboren zijn Openbaring 5:10 en Handelingen 15:16.

Bij de opname van de Gemeente komt de Heere voor Zijn Gemeente, het lichaam van Christus.

Bij de wederkomst op aarde komt Christus voor Israel  Zijn volk Romeinen 11:26-27.

De opname van de Gemeente kan elk ogenblik gebeuren, er zijn geen tekenen die daaraan vooraf gaan.

Voordat de Heere op aarde zal komen zijn er vooraf veel tekenen, verderf en Hij komt als een dief in de nacht.

Bij de opname van de Gemeente zullen alleen de gelovigen in Christus Hem zien.

Bij de wederkomst zal iedereen Hem zien Openbaring 1:7.

 

 

I THESSALONICENZEN 4:13-18

 

“Doch , broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van hen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de anderen, die geen hoop hebben.  Want indien wij geloven, dat Jezus Gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook hen, die ontslapen zijn in Jezus, weerbrengen met Hem. Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen hen, die ontslapen zijn. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan. Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken , de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen. Zo dan vertroost elkander met deze woorden”

 

  Vers 13 en 14: De gelovige medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus in de gemeente te Thessalonica/Thessaloniki  wisten niet wat er met hun geliefden zou gebeuren nadat die gestorven waren in de Heere Jezus Christus. Op dit punt waren zij ontwetend en het bracht bij hen veel droefheid met zich mee. Zij dachten dat zij hun geliefden voor altijd kwijt waren. Daarom gaat de apostel Paulus hen uitleggen hoe het zit met hun geliefden en hoe het zit met de toekomst die zij tegemoet gaan met de Heere Jezus Christus, de toevergadering tot Hem. Dit gold niet alleen voor hen maar ook voor ons die nu 2000 jaar later leven  en in de Heere Jezus Christus zijn. Mensen zonder Christus zijn bedroefd over hun geliefden die gestorven zijn omdat zij geen hoop hebben. Zij hebben Christus niet in hun levens. In dit vers vermaant de apostel Paulus en ook ons om juist niet bedroefd te zijn. Natuurlijk treuren wij om onze geliefden die gestorven zijn, we missen ze maar dit zal niet zijn voor altijd zijn! In 2 Korinthe 5: 6-8 lezen wij het volgende: “Wij hebben dan altijd goede moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van de Heere; Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Maar wij hebben goede moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij de Heere in te wonen” Dit was het verlangen van de apostel Paulus en dit behoort ook ons verlangen te zijn. Jezus Christus is gestorven, begraven en opgestaan en God zal hen die ontslapen zijn in de Heere Jezus Christus weerbrengen met Hem .  Hij zal ze een nieuw lichaam geven en hen (de ontslapenen) weer brengen bij Hemzelf. De lichamelijke dood is dus niet het einde voor de gelovige. De Bijbel spreekt ook niet over zieleslaap. We kunnen dit nergens vinden. Het is alleen het lichaam dat slaapt. We kunne dit lezen in Daniel 12;2, Mattheus 27:52 en Handelingen 13:36. Onze ogen hier op aarde zijn de lenzen  door welke wij kunnen zien (onze innerlijke mens) . Nadat mensen gestorven zijn kunnen zij nog zien want als wij onze ogen sluiten kunnen wij nog waarnemen zoals mensen, huizen, bergen dus mensen die gestorven zijn in Christus maar nu nog geen nieuw lichaam hebben kunnen gewoon zien zonder lichamelijke ogen. Conclusie: de gestorven mensen in Christus (mensen die ons dierbaar waren in dit leven) zullen een nieuw lichaam krijgen met de opname van de Gemeente. Wij hoeven net als de Thessalonicenzen niet bedroefd over te zijn.

 

    Vers 15 : Dat zeggen wij  u door het Woord des Heren.  Dit bewijst dat deze woorden die hier staan van God komt en niet van mensen of door een mens geschreven. De apostel Paulus had door openbaring van de Heere aan hem gegeven deze woorden. Een speciale openbaring over de opname van de Gemeente  was gegeven aan de apostel Paulus . Hier door het Woord des Heren. Wij, die levend overblijven niet de gestorvenen in Christus voorgaan bij de opname van de Gemeente. De apostel Paulus dacht dat de opname van de Gemeente nog in zijn tijd zou geschieden. Hij had niet kunnen vermoeden dat de bedeling van genade nu reeds 2000 jaar voortduurt.  In I Korinthe 15:51 lezen wij het volgende: “Ziet, ik zeg u een verborgenheid (geheimenis): wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden” We weten niet hoelang de bedeling van genade Efeze 3:1-3 nog voorduurt. In ieder geval weten wij dat als het morgen zou geschieden wij die nog levend zijn op aarde degenen die ontslapen niet zullen voorgaan met de opname van de Gemeente, het lichaam van Christus.  Onder deze bedeling van genade waaronder wij leven hebben wij geen tekenen. Wel zien wij dat wij in de laatste dagen leven wat Gods Woord ons zegt in II Timotheus 3:1-4 “En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden. Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods” Dit zien we wel toenemen in deze wereld om ons heen. Ook meer oorlogen en mensen die de dupe ervan worden door wreedheden die andere mensen hen aandoen.  Je leest het in de krant en op het nieuws zien we dagelijks dit en ook grote groepen mensen die vluchten voor het geweld wat toeneemt.  We weten en geloven en daar mogen wij ook naar uitzien dat de Heere Jezus Christus ons  komt halen en zal meenemen naar de hemel en dit kan elk moment, elke dag gebeuren. Dit is onze hoop die vast staat!  Want God heeft ons niet tot toorn gesteld. Laten wij nog een keer I Thessalonicenzen 1:10 lezen: “En Zijn Zoon  uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn” Als het lichaam van Christus, de Gemeente, vol is: dus als de laatste mens gedoopt wordt door de Heilige Geest in  dit Lichaam, dan zal de Heere terugkomen om ons te halen.

 

   Vers 16: Hoe de opname van de Gemeente zal gaan kunnen wij lezen in dit vers en in vers 17. 3 geluiden die bij de opname van de Gemeente zullen plaatsvinden zijn de volgende:

1e  De Heere Zelf zal met een geroep roepen! Dit zal echt krachtig zijn! Dit is de 1e roep van de Heere Zelf: waarschijnlijk om de doden (de ontslapenen in Christus) op te wekken. Lees Johannes 5:28-29a. Dit zal dus ook plaatsvinden bij de wederkomst op aarde! God heeft de kracht, power om de doden op te wekken. Lees over Lazarus in Johannes 11:43!

2e Met de stem van een archangel. Vermoedelijk is dit stem van Michael. De satan of duivel zit in de 1e en 2e hemel met zijn horden. Lees Efeze 6:12. De weg naar de hemel, naar de glorie van God, passeert vijandig terrein. Met de opname van de Gemeente worden wij door een leger van engelen beschermd voor de satan en zij begeleiden ons samen met Christus ons naar de hemel.

3e De Heere zal met de bazuin Gods neerdalen. Dit is de bazuin wat wij ook kunnen lezen in I Korinthe 15: 52: “ In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin, want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.” De laatste bazuin! Dit is niet te verwarren met de bazuin in Openbaring 1:10 of Exodus 19:19 of Mattheus 24:31! Het is niet dezelfde bazuin!

Die in Christus ontslapen zijn, dus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan!  Beste lezer dit zal echt gaan gebeuren en wij als gelovigen in Christus mogen reikhalzend naar de opname uitkijken. Tot die tijd mogen wij Gods genade leren kennen en Zijn Woord van Genade en het rechtsnijden  Handelingen 20:24, II Timotheus 2:15 en dit ook weer doorgeven aan andere mensen (onze vrienden, kennissen, familie, onze kinderen, vijanden van God (ongelovigen). Laten wij dit getrouw doen en Gods liefde en genade doorgeven aan anderen zodat andere mensen ook tot geloof mogen komen in de Heere Jezus Christus  Lees II Korinthe 5:19-21! Wij zijn ambassadeurs voor Christus, wij vertegenwoordigen Hem hier op aarde!

 

    Vers 17: Wij die levend overgebleven zijn: Paulus dacht echt dat het nog in zijn leven zou gebeuren: de opname van de Gemeente. Hij wist niet dat de bedeling van genade waaronder wij nog steeds leven  al bijna 2000 jaar bestaat. Dank de Heere dat dit zo lang voortduurt. Inderdaad degenen die de Heere Jezus Christus kennen als Verlosser en nog zullen leven op aarde bij de opname van de Gemeente  zullen tezamen met de gestorvenen in Christus opgenomen worden in de wolken. Waarschijnlijk wolken van engelen  die ons begeleiden naar de Heere en wij gaan Hem tegemoet in de lucht. Wat een geweldig moment zal dit wezen. Dank God voor deze hoop die vast staat en waar wij als gelovigen reikhalzend naar uit zien. Ook voor degenen die dit niet geloven en leden zijn van het Lichaam van Christus zal dit ook gebeuren. Het gaat in een ogenblik, nog sneller dan een seconde!  Wij zullen daarna altijd met de Heere wezen! Wat fantastisch en geweldig zal dit zijn. Wij zullen ook een nieuw lichaam ontvangen. Filippenzen 3:20 en 21: “Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus; Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelf kan onderwerpen”  Dit sterfelijke lichaam, waarmee wij geboren zijn en waarin wij leven hier op aarde, kan niet in de hemel komen, dus worden wij veranderd en krijgen wij een nieuw lichaam waarmee wij wel de hemel in kunnen en altijd bij God zullen zijn.  Lees ook I Korinthe 15:51-54.

    Vers 18: Dit zijn echt woorden van troost en wij kunnen elkaar met deze woorden uit Gods Woord vertroosten. Wij hoeven dus niet bang te zijn over onze geliefden die in Christus gestorven zijn en ook niet bang voor morgen want onze toekomst is vast. Dit is onze hoop. Laten wij inderdaad elkaar hiermee vertroosten!

 

I THESSALONICENZEN 5:1-3

“Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! Hebt gij niet van node, dat men u schrijft. Want gij weet zelf zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvluchten”

 

    Voordat wij deze verzen van het laatste hoofdstuk van de 1e brief aan de Thessalonicenzen  zullen behandelen gaan wij eerst het hoofdstuk  indelen. Dit laatste hoofdstuk gaat ten dele over de “Dag des Heren”.  Het gaat in dit hoofdstuk tussen profetie versus geheimenis.

 

Vers 1 t/m 3 gaat over de gelovigen te Thessalonica die precies wisten van de dag de Heren.

Vers 4 t/m 5 gaat over de positie die wij hebben in de Heere Jezus Christus en dat wij kinderen van het licht zijn en ook onze wandel en gedachten!

Vers 6 t/m 8 gaat over onze wandel met de Heere.

Vers 9 t/m 10 gaat over de toekomst: dan wij niet tot toorn zijn gesteld

Vers 11: elkaar bemoedigen met deze woorden

Vers 12 t/m 22 gaat over vermanen  en de dagelijkse wandel

  

   Vers 1 t/m 3: De tijden en gelegenheden. De apostel Paulus hoefde de medebroeders en zusters in Thessalonica hierover eigenlijk niet meer te schrijven omdat zij dit heel goed wisten. Dat hij dan toch ingaat op de Dag des Heren is misschien toch een teken dat er mensen in de plaatselijke gemeente waren die waarschijnlijk verward waren geraakt door valse leringen die binnengeslopen waren. Hij had hen van te voren toen hij bij hen was reeds alles daarover verteld. Misschien toch ook door de vele verdrukkingen en lijden die zij moesten ondergaan waren er misschien toch mensen die aan het twijfelen waren geraakt.  Hij gaat hen nogmaals uitleggen dat de Dag des Heren zal komen gelijk een dief in de nacht. Dat is als de mensen die dit zullen meemaken in de toekomst het niet zullen verwachten ineens zal komen. Plotseling zal Hij, de Heere Jezus Christus, terugkeren op aarde! Lees Mattheus 24:42-43 en 2 Petrus 3:10. Voordat die Dag des Heren komt zal een periode zijn van 7 jaren verdrukking genaamd de “Grote verdrukking” .  In die jaren zal eerst een periode zijn van schijnvrede maar daarna zal een grote verdrukking komen die mensen  niet kunnen ontvluchten! Dit is net als een vrouw die op het moment staat te bevallen van een kind: zij kan ook niet daarvan wegvluchten! Voor dit laatste vers 3 gaan we terug naar Mattheus 24: 21-22 waar staat geschreven: “Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om de uitverkorenen zullen die dagen verkort worden” Die grote verdrukking zullen de mensen die op aarde dan leven echt meemaken en zij kunnen niet daarvan wegvluchten. Dit zijn wij niet, de leden van het lichaam van Christus, want wij zullen voor die tijd opgenomen zijn! Dit hebben wij gelezen in Hoofdstuk 4 en I Thessalonicenzen 1:10!

 

I THESSALONICENZEN 5: 4-5

 

“Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou overvallen. Gij zijt allen kinderen van de dag; wij zijn niet van de nacht, noch van de duisternis”

 

   Vers 4 en 5: De dag des Heren zal de wereld overvallen als een dief in de nacht! Wij als gelovigen zijn leden van het lichaam van Christus.  In Kolossenzen 1: 12 en 13 lezen wij: “Dankende de Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht; Die ons getrokken heeft ui de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde;” Wij zijn uit de duisternis getrokken en geplaatst in het licht! Wij zijn niet meer in de duisternis! Dus de dag des Heren zal ons niet overkomen.  God heeft ons van de duisternis gered door de Heere Jezus Christus en Hij zal ons verlossen van de toekomende toorn. Lees nogmaals I Thessalonicenzen 1:10. Dank God dat wij deze dag niet zullen meemaken! Wij zijn kinderen van het licht!  In het Engels child of huios (Grieks). Wij zijn geadopteerd als zonen van God door de Heere Jezus Christus: “Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelf , naar het welbehagen  van Zijn wil” Efeze 1:5. In het Engels staat er dat wij geadopteerd zijn als zonen! Een volwassen positie!  Wij zijn dus zonen en dochters  en geplaatst in het licht van God en van de dag! Degenen die van de nacht zijn, zijn de ongelovigen rondom ons in deze wereld.  Zij slapen en leven in de donkerheid of duisternis en zonder God in hun leven.  Elke dag mogen wij de Heere danken dat wij niet in de duisternis zijn maar in Zijn wonderbaar licht zijn door de Heere Jezus Christus, onze Verlosser en Heiland! Dit is onze positie die wij hebben in Hem!

 

I THESSALONICENZEN 5:6-8

“Zo laat ons dan niet slapen, zoals de anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn. Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken; maar wij, die van de dag zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid

 

   Vers 6: Omdat wij kinderen van het licht zijn en van de dag laat ons dan niet slapen maar waken of wakker  en nuchter zijn. In Romeinen 13:13,14 lezen wij het volgende: “Laat ons, als in de dag, eerbaar wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid. Maar doet aan de Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.”  Nu komt het aan op de dagelijkse wandel die bij behoren te wandelen met de Heere Jezus Christus. Wandelen naar de nieuwe mens in Christus en niet naar de oude mens of zoals de ongelovige mens. Wat wij behoren te doen is het volgende: “Ziet dan, hoe gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopende, daar de dagen boos zijn.” Efeze 5: 15,16. Brasserijen zijn dat mensen overdadig eten en drinken. Slaapkamers: in het Engels chambering= gevarieerde vormen van sexualiteit en sensualiteit. Dit betekent hoererij (overspel) wat de ongelovigen rondom ons heen geregeld doen.  Wij behoren in onze dagelijkse wandel  hier niet aan toe te geven maar realiseren dat wij nieuwe mensen zijn in Christus en dagelijks ons laten leiden door God door middel van Zijn Woord, de Bijbel.

 

   Vers 7: Die slapen, slapen des nachts. Dit spreekt over de ongelovigen en wij deden dit ook toen wij de Heere Jezus Christus nog niet kenden in ons leven. Daarom lezen wij in Efeze 5:14 het volgende: “Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; Christus zal over u lichten” Wij behoren dus niet te slapen zoals de ongelovigen maar wakker worden en realiseren dat wij nieuwe mensen zijn in Christus want wij zijn met Hem opgestaan uit de doden  Lees Romeinen 6: 4! De ongelovigen zijn niet alleen aan het slapen maar zijn ook ’s nachts dronken. Dit wil niet zeggen dat mensen in deze wereld altijd ’s avonds en ’s nachts dronken zijn. Zij zijn in de duisternis en dat is de nacht. Zij weten ook niet dat dit zonde is. Wij behoren ons vlees niet te voeden voor begeerlijkheden maar telkens weer de Heere Jezus Christus aandoen!

 

   Vers 8: Voor ons als gelovigen in Christus is er geen nacht! Wij behoren ook niet tot de nacht! Laat ons nuchter zijn! Wat betekent dit? Dit betekent dat we ons mentaal en emotioneel onder controle hebben: dat wij ons niet laten leiden door allerlei begeerlijkheden. Dit is niet alleen een kwestie van groei in het geestelijke leven maar ook een stap nemen om dagelijks de Heere Jezus Christus aan te doen want wij behoren Hem toe. Dit is de gerechtigheid dienen. Lees Romeinen 6:11-13! Nuchter is het tegenovergestelde van dronken zijn. Als je niet nuchter bent dus dronken kan je niet helder meer nadenken en heb je niet alles meer op een rijtje. Het is een verzoek voor ons om zo te wandelen. Aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde. Hiervoor gaan wij naar Efeze 6: 11-18. Lees dit goed door beste lezer!  De hoop der zaligheid: die hoop hebben wij nu in de Heere Jezus Christus en ook voor de toekomst want God heeft ons niet gesteld tot toorn en Hij zal ons ook verlossen van de toekomende toorn I Thessalonicenzen 1:10, 4:13-18! Dit is onze hoop! Christus is onze hoop! Hij is onze Redder voor eeuwig!

 

 

I THESSALONICENZEN 5:9-11

 

“Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onze Heere Jezus Christus; Die voor ons gestorven is, opdat wij hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, tezamen met Hem leven zouden. Daarom vermaant elkander, en sticht de een de ander, gelijk gij ook doet”

 

   Vers 9: Wat een geweldig vers is dit!!! God heeft ons niet gesteld tot toorn! Hij heeft de toorn van ons weggenomen!  De ongelovigen rondom ons heen in deze wereld leven onder de toorn, oordeel van God. Zij zijn voor eeuwig verloren als zij niet de Heere Jezus Christus aannemen in hun levens als persoonlijk Verlosser.  Wij als leden van het lichaam van Christus behoren Hem toe en zijn zalig in Hem, de Heere Jezus Christus!  In Romeinen 8:1 lezen wij het volgende: “Zo is er dan nu geen verdoemenis voor hen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest” Het oordeel heeft God door de Heere Jezus Christus voor ons gedragen aan het kruis! Hij stierf voor onze zonden, voor onze schuld en onze schuld is betaald door Zijn bloed wat daar heeft gevloeid! De zaligheid in Jezus Christus is de complete redding voor de eeuwigheid en wij zullen nog zalig, bevrijd worden van de aanwezigheid van de zonde die, nu we nog op aarde zijn,  er is! Dit zal zijn met de opname van de Gemeente en dan zullen wij een nieuw lichaam krijgen van God! Wat geweldig wat God heeft gedaan voor ons: Hij wilde ons mensen niet in de macht van de zonde laten blijven maar ons de zaligheid geven door de Heere Jezus Christus.

  Vers 10: Hij is voor ons gestorven!  I Korinthe 15:3,4 zegt ons: “Want ik heb u ten eerst overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden , naar de Schriften; En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derde dage, naar de Schriften”  Dus Christus stierf voor onze zonden  met de reden als wij waken of slapen met Hem zouden leven. Dat is het doel dat Christus stierf voor onze zonden! Wij leven altijd met Hem want wij zijn een deel van Hem! In Galaten 2:20 lezen wij het mooie vers hierover: “Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelf voor mij overgegeven heeft” Ook al zijn wij zwak en vallen of wij slapen, Hij blijft getrouw, Hij kan Zichzelf niet verloochenen! Lees 2 Timotheus 2:13!

   Vers 11: Om deze reden, daarom. In de Engelse Bijbel staat er comfort yourselves en encourage-bemoedigen. Daarom bemoedig/vermaant elkaar met deze woorden! Dit is een verzoek van God  en ook dat we elkaar zullen stichten: dit is opbouwen met Bijbelstudie. Door de boodschap van genade die Paulus ons geeft in al zijn brieven kunnen wij opgebouwd worden en versterkt worden! Lees Romeinen 16:25!

 

 

I THESSALONICENZEN 5:12-15

“En wij bidden u, broeders, erkent hen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in de Heere, en u vermanen; En acht hen zeer veel in liefde, om hun werk. Weest vreedzaam onder elkander. En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregeldheden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, weest lankmoedig jegens allen.  Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt te allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen”

 

   Vers 12 en 13: Deze verzen gaan over de gelovige in zijn relatie met zijn geestelijke leiders. Hier wordt aangespoord om de broeders te erkennen: dit betekent respect tonen aan degene die het Woord van God, de boodschap van genade Handelingen 20:24 brengt.  Persoonlijk toen ik de boodschap meer dan 30 jaar geleden hoorde en ging leren door de Bijbelstudies probeerde ik respect te tonen aan degene die mij dit allemaal uitlegde. Je erkent in ieder geval degene die jou het Woord van God brengt. 

Je ziet nu om je heen in deze wereld dat er weinig meer respect is voor anderen  en zeker niet meer voor degenen die bijvoorbeeld een land besturen. We zien dit door middel van  oorlogen (burgeroorlogen). Denk daarbij aan landen als Syrië, Irak, Libië waar een complete chaos is met alle gevolgen van dien! We zien die dagelijks op TV of lezen dit in onze kranten of horen dit via de radio.  Gisteren hoorde ik via de radio dat het  al een tijdje onrustig  is in Macedonie( vlakbij Griekenland)  en men is daar bang  voor een nieuwe burgeroorlog omdat men in het algemeen geen vertrouwen meer heeft in de overheid.

    Aan ons als gelovigen is het belangrijk dat wij wel respect tonen  voor degene die ons het Woord van genade verkondigen!  In Galaten 6:6 lezen wij het volgende: “En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen aan hem, die onderwijst.”  Geld of goederen in de vorm van voedsel of iets anders geven aan de degene die het Woord  brengt is Schriftelijk, het is ook respect tonen.  Dit deden ook de gelovigen te Filippi. Zij waren echt een voorbeeld hierin. We kunnen dit lezen in Filippenzen 4: 16-17: “Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft. Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening”  In I Timotheus 5: 17 lezen wij in verband met de plaatselijke gemeente het volgende: “Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer”.  Het is ook erg belangrijk om vreedzaam naast elkaar te leven. Deze wereld kent geen vrede of vreedzaamheid. Laten wij als leden van het lichaam van Christus wel vreedzaam met elkaar om te gaan. In Romeinen 12: 17 en 18 staat geschreven: “Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Draagt zorg voor wat eerbaar is voor alle mensen. Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt  vrede met alle mensen”  In de plaatselijke gemeente heb je ouderlingen en ook is er 1 onder hen die het Woord van God en de leer van genade predikt. In Efeze 4;11,12 lezen wij over degenen die God gegeven heeft zoals herders, leraars en evangelisten met als doel de volmaking van de gelovigen ( heiligen) tot opbouwing van het lichaam van Christus. Daarom behoren wij hen te erkennen omdat ze ons opbouwen in het geestelijke leven en ons aansporen!

 

    Vers 14: Wij bidden u broeders: dit is echt een smeking naar de broeders  in Thessalonica die Paulus hier in dit vers doet. In vers 12 deed hij dit ook al en hier weer.  Maar het is ook gericht aan ons die leden van het lichaam van Christus zijn en bijna 2000 jaar later leven dan de broeders toen! Vermaant of spoor aan of waarschuw de ongeregelden. Dit zijn degenen die ongeregeld wandelen. Dit zijn mensen  die de autoriteit van God gegeven voor de plaatselijke gemeente niet herkennen of erkennen en wijst hen op hun fout en spoor ze aan om het beter te gaan doen.  Vertroost de kleinmoedigen. Wat zijn kleinmoedigen? Dit zijn mensen die niet dapper maar laf zijn. Ondersteunt de zwakken. In een plaatselijke gemeente heb je altijd sterke mensen in Christus maar ook zwakke mensen. Die zwakke mensen behoren ook sterk te worden in Christus dus behoren ( en behoorden) wij die sterk zijn hen te ondersteunen met het Woord van genade wat hen ook kan opbouwen Romeinen 16:25,26 wat ook is tot gehoorzaamheid aan God. Weest lankmoedig jegens allen. Wat betekent lankmoedig? Dit betekent veel kunnen verdragen zonder boos te worden. Dit behoort niet alleen in de plaatselijke gemeente zo te zijn maar onze houding naar andere mensen toe behoort altijd lankmoedig te zijn met veel geduld! Dit kunnen wij alleen als wij ons laten leiden door Gods Geest wat samengaat met Gods Woord!

    Vers 15: Wij als gelovigen behoren geen kwaad met kwaad te vergelden. Als ons door andere mensen kwaad is aangedaan in welke vorm dan ook behoren wij niet hetzelfde terug te doen. Wij behoren dit ook medebroeders en zusters in de Heere Jezus Christus aan te leren. In Romeinen 12:17 staat hetzelfde als in dit vers: “Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Draagt zorg voor wat eerbaar is voor alle mensen” Laat de toorn aan God over want Hij zal het vergelden.  In Romeinen 12:9 hebben wij ook een heel mooie tekst: “De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan” en in vers 19 het vers: “Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere” Dit behoort onze houding te zijn als gelovigen in de Heere Jezus Christus! Dus geen tand om tand en oog om oog zoals je alleen maar ziet in deze donkere wereld waarin wij leven als ambassadeurs voor Christus!

 

I THESSALONICENZEN 5:16-22

“Verblijdt u te allen tijd. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. Blust de Geest niet uit. Veracht de profetieen niet. Beproeft alle dingen; behoudt het goede. Onthoudt u van alle schijn des kwaads”

 

Vers 16: Dit vers zegt ons vanuit Gods Woord dat wij ons als gelovigen in de Heere Jezus Christus altijd behoren te verblijden. In wat voor omstandigheid wij ook verkeren. Of wij verdrukt worden, of wij zwak zijn, lichamelijke problemen hebben door ziekte of andere tegenslagen in dit leven. In de Heere Jezus Christus kunnen wij ons altijd verblijden. In Hem hebben wij alle geestelijke zegeningen waarmee wij gezegend zijn Lees Efeze 1:3!  U kunt zich afvragen hoe kan ik nu blij zijn in de omstandigheden waarin ik nu leef?  Alleen in de Heere Jezus Christus kunt u zich verblijden en in Hem kunt u blij zijn. In Romeinen 12:12 lezen wij het volgende: “Verblijdt u in de hoop. Weest geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed” Onze hoop is vast in de Heere Jezus Christus. Hij kan elk moment voor ons als leden van het lichaam van Christus terugkomen en ons, Zijn ambassadeurs, halen en meenemen naar de hemel waar Hij troont. Hierin kunnen wij ons elke dag verblijden en blij mee zijn.  Dit is echt een vreugde en wij mogen God hiervoor elke dag danken.  In Filippenzen 4:4 lezen wij: “Verblijdt u in de Heere te allen tijd; weer zeg ik: Verblijdt u!”  Als wij naar aardse dingen kijken of alleen maar denken in wat voor omstandigheid wij leven (ziekte, sterven van een dierbare, ontslag van werk, armoede, oorlog etc) dan worden wij daar niet vrolijk van en dit kan mensen tot  depressie leiden.  Wij mogen echter weten vanuit de Romeinenbrief en dan in hoofdstuk 8: 31-39 wat ook een zegelied is dat God voor ons is en wie zal tegen ons zijn? God in Christus  is er altijd en zal ons nooit verlaten omdat Zijn Geest in ons woont en daarmee zijn wij verzegeld tot de dag der verlossing: tot dat wij opgenomen worden als ambassadeurs van Hem! Lees Efeze 1;13,14 en Efeze 4:30. “ Wij zijn in dit alles meer dan overwinnaars door Hem, Die ons liefgehad heeft” Romeinen 8:37 Niets kan ons scheiden van Christus! lees  Romeinen 8:39! Daarom mogen wij ons in Hem verblijden elke dag weer en op elk moment!

Vers 17 In dit vers wordt ons aangespoord door de apostel Paulus om te bidden zonder ophouden! Voor een studie over gebed  zie gebed onder Bijbelstudies op de website. Bidden is praten met God. Het is het contact wat wij met Hem hebben. Door Zijn Woord horen en luisteren wij naar Hem en gaan dit geloven . Romeinen 10:17: “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”  En vanuit Romeinen 12:12 leren wij het volgende: “Verblijdt u in de hoop. Weest geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed”  Dit betekent niet dat wij constant in ons leven behoren te bidden want dit is onmogelijk maar dat wij niet vergeten om te bidden. Praten met God vanuit ons hart in het gebed tot Hem is belangrijk en Hij praat tegen ons vanuit Zijn hart door de Schriften! Filippensen 4:6 behoort daarbij in ons dagelijks leven: “Weest  in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken met dankzegging bekend worden bij God”  God wil dat wij alles bekend maken bij Hem: onze zorgen bijvoorbeeld om mensen, mensen waarvan wij houden of het nu is op werk, school, plaatselijke gemeente of kerk, Bijbelstudiegroep, de wereld die in het boze ligt, onszelf waar wij persoonlijk moeite mee hebben, onze zwakheden van het vlees,  onze relatie naar anderen toe , familie of houding,  verlangens, ook in ziekte en verdrukking wat ons overkomt  etc. Soms lijkt het of God niet luistert in onze beleving maar Hij luistert altijd en door Zijn Woord geeft Hij ons antwoord en geeft Hij ook vrede en rust!  Hij geeft niet alles wat wij verlangen en willen. Wat Hij ons geeft lezen wij  in het volgende vers van Filippenzen 4:7: “En de vrede  Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus” Hij geeft ons vrede en bewaart onze harten en zinnen in Christus Jezus want wij zijn van Hem! Ons gebed behoort niet alleen maar het vragen zijn van dingen aan God maar ook Hem danken voor alles wat wij al hebben in de Heere Jezus Christus!

Vers 18: Dankt God in alles! Dat is nogal wat! Hem altijd danken in wat voor situatie wij ons begeven of zijn! In Efeze 5:20 lezen wij: “Dankende te allen tijd over alle dingen God en de Vader, in de Naam van onze Heere Jezus Christus” Waarom in de Naam van onze Heere Jezus Christus? Ten eerste Hij is onze Heiland en Redder en ten tweede wij zijn in Hem een nieuwe schepping/ nieuwe mensen in Hem. Hij is onze Heere en het Hoofd van het lichaam van Christus waarvan wij leden zijn. Daarom behoren wij God te allen tijd te danken voor alle dingen in de Naam van de Heere Jezus Christus.  Dit is dus de wil van God in Christus Jezus over ons!  Wat wij hebben in de Heere Jezus Christus wat God voor ons bewerkstelligt heeft verandert niet dus daarom kunnen wij Hem danken voor alles wat wij hebben in Hem! Lees voor uzelf nogmaals de eerste 2 hoofdstukken van Efeze en zie wat voor rijkdom wij hebben in de Heere Jezus Christus en wat God voor ons gedaan heeft!

Vers 19: Hier staat blust de Geest niet uit.  Wat betekent dit dat wij de Geest niet moeten uitblussen? In het Engels staat er quench= to extinguish wat betekent uitschakelen. Dit kan dus gebeuren. Wij kunnen Gods Geest die in ons woont en waarmee wij verzegeld zijn  lees Efeze 1:13, 4:30 en I Korinthe 3:16 uitschakelen, doven zodat God Zijn werk in ons niet kan doen door middel van Zijn Geest wat samengaat met Zijn Woord. De werking van de Heilige Geest (Zijn Woord dat werkt in ons leven) kan dus tegengehouden of verhinderd worden door ons op wat voor manier dan ook. Wij als gelovigen kunnen dus de Heilige Geest die in ons is verwaarlozen door Hem geen of helemaal geen ruimte te bieden in ons  dagelijks leven.  Als mensen (gelovigen in Christus) hebben wij een vrije keus maar God spoort ons aan dit niet te doen want daarmee bedroeven wij dus de Heilige Geest en dus God Zelf die in ons woont!

Vers 20: Veracht de profetieen niet. Welke profetieen zijn dit? De gave van profetie was nog steeds aanwezig toen de apostel Paulus deze brief schreef aan de gelovige broeders en zusters in de gemeente te Thessalonica of Thessaloniki. Naar de broeders en zusters te Korinthe schrijft de apostel Paulus het volgende: “Jaagt de liefde na, en ijvert naar de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren” I Korinthe 14:1 en in hetzelfde hoofdstuk in vers  39a lezen wij: “Zo dan broeders, ijvert om te profeteren” Waarom werden mensen toen aangespoord om te profeteren meer dan in tongen te spreken. In Hoofdstuk 14 van I Korinthe leren wij dat profetie de plaatselijke gemeente sticht: opbouwt geestelijk en in tongen praten niet. Lees voor uzelf I Korinthe 14! Gods Woord aangaande het Geheimenis was nog niet helemaal bekend. De brieven van de apostel Paulus waren in die tijd toen hij dit schreef nog niet compleet. Dus God communiceerde vaak Zijn Woord  door de mond van gelovigen naar andere mensen toe die dan konden zeggen “Zo zegt de Heere”. Vandaag hebben wij de gehele Bijbel. Het geheimenis wat in de brieven van de apostel Paulus staat is helemaal bekend gemaakt en het staat er dus hebben wij nu het geschreven Woord. In die tijd kon dus een gelovige de Heilige Geest uitdoven door het Woord wat d.m.v. een andere broeder naar hem toe kwam van Zo zegt de Heere weigeren te geloven omdat hij niet geloofde dat dit het Woord van God was. God spreekt vandaag door de Bijbel tot ons. Wij hebben het complete Woord van Hem gekregen om te lezen en te bestuderen. Er is niets meer aan toe te voegen.  Zogenaamde openbaringen en visioenen of dromen van mensen die zeggen dat dit van God is, komen niet van God, want Zijn Woord is compleet, af!

 

Vers 21: Beproefd alle dingen, behoudt het goede.  Wat betekent dit nu eigenlijk?  Zoals wij al zagen in het laatste vers 20 dat toen de apostel deze brief aan de Thessalonicenzen schreef Gods Woord nog niet compleet was. Zeker niet het geheimenis. Dus of het van God kwam wat een broeder vertelde tegen een andere broeder: zo zegt de Heere. De gelovigen te Thessalonica werden aangespoord om de dingen te beproeven of te testen of ze wel uit God waren of van de tegenstander van God  kwamen, van de duivel.  Wij kunnen nu vanuit het Woord van genade en het rechtsnijden ontdekken of iets niet klopt. Wij hebben gelukkig de gehele Schrift van God. De Bijbel is compleet, af. Wij kunnen nu alleen vanuit de Schrift zeggen dat God hierdoor spreekt. Hij spreekt niet meer door mensen heen zoals in de Handelingenperiode toen nog niet alles compleet was, toen er nog profeten waren die profeteerden  en de gehele plaatselijke gemeente werd gesticht hierdoor.

Vers 22: Hier in dit vers werden de broeders en zusters in de gemeente te Thessalonica aangespoord om elke vorm (Grieks= eidos, form)van slechtheid, kwaadheid (evil= duivelse praktijken) te vermijden.  Ook wij gelovigen in het lichaam van Christus, die nu 2000 jaar na deze brief  leven, worden ook aangespoord door dit vers om elke vorm waar kwaadheid (duivelse) te vermijden.  Dit omdat wij dan een slecht voorbeeld zijn voor de buitenwereld want wij zijn in Christus.  Dit kan zijn drank (dronken worden van wijn) of vloeken bijvoorbeeld. Laten wij hier afstand van houden, daarvan wegvluchten  en God meer behagen dan onszelf of slechte dingen doen wat ons vlees wil (onze oude mens). Wij behoren dus voorzichtig te wandelen en de tijd goed besteden/ indelen in ons dagelijks leven. In Efeze 5: 15 en 16 lezen wij dit: “Ziet dan, hoe gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopende, daar de dagen boos zijn”  En Filippenzen 4:8 en 9 zal ons daarbij kunnen helpen: “Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt dat; Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat  en de God des vredes zal met u zijn”

 

I THESSALONICENZEN 5:23-28

“En de God  des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus. Hij, Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal. Broeders, bidt voor ons. Groet al de broeders met een heilige kus. Ik bezweer u bij de Heere, dat deze zendbrief al de heilige broeders voorgelezen worde. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen”

 

 Vers 23 De God des vredes: onze God is een God van vrede. In het Grieks oorspronkelijk staat er eirene of eiro wat betekent vrede, rust, stilte, kalmte. Dit is Hij, dit is het karakter van God. Hij is onze vrede wat wij kunnen lezen in Efeze 2:14: “Want Hij is onze vrede, Die deze beiden (Jood en Heiden) één gemaakt heet, en de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende”.  God heeft vrede en Hij geeft ook vrede. Vrede aan een wereld die geen vrede kent maar onrust, oorlog, verwarring etc. Hij biedt ook vrede aan door de Heere Jezus Christus Lees 2 Korinthe 5:19-21! Hij de God van vrede Zelf heilige u geheel en al. Wij zijn geheiligd door Hem. Wij zijn apart gezet in de Heere Jezus Christus. Wij zijn ambassadeurs van God door Zijn Zoon de Heere Jezus Christus.  Hij, God kan alleen ons heiligen en ook heilig verklaren. Dit kunnen mensen niet doen, zelfs geen paus die zogenaamd mensen heilig verklaard!  Doordat God een God is van vrede en niet van oorlog maakt onze God zo uniek.  Hier zien we dat wij als mensen (gelovigen in Christus) een geest, ziel en lichaam hebben.  Wij zijn als mensen een drieenheid.  Een mens bestaat dus uit geest, ziel en lichaam. De geest en de ziel zijn niet hetzelfde. In Hebreeen 4:12 staat geschreven: “Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel, en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten” In het boek Man- His nature en destiny van wijlen broeder C.R.Stam  lezen wij het volgende op bladzijde van dit boek het volgende : wereld-bewustzijn behoort tot het lichaam Mattheus 6:22, I Korinthe 12:14-17, zelf-bewustzijn behoort tot de ziel: Mattheus 16:26; I Petrus 1:9 en God-bewustzijn behoort tot de geest : Romeinen 1:9; Romeinen 8:16. Lees al deze teksten door!  Onze oprechte geest, ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus. God bewaart ons geheel in de Heere Jezus Christus. Wij zijn geborgen in Hem en ons leven is met Christus verborgen in God. Kolossenzen 3:3.  Wij worden dus door God helemaal bewaard tot de dag van de opname want dit is onze toekomst van de Heere Jezus Christus! Wat een vreugde en wij mogen hierin verblijden en uitzien naar de dag dat wij zullen opgenomen worden!

Vers 24 Hij die u roept, is getrouw. God is getrouw. Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Wij als mensen zijn vaak ontrouw en vallen weer terug in oude patronen of dingen van ons vlees. Hij blijft getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen.  Nogmaals 2 Timotheus 2:13: “Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelf niet verloochenen” En in Romeinen 3: 3 en 4 staat geschreven: “Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen?  Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; zoals geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint wanneer Gij oordeelt” Vanwege de zondige natuur en de aanwezigheid van de zonde zolang wij hier op aarde leven zullen wij altijd leugenachtig en ontrouw blijven aan God. Hij niet. Hij is zonder zonde en daarom kan Hij Zichzelf niet verloochenen en blijft Hij getrouw. In I Korinthe 1:9 zegt de apostel Paulus tot de gelovigen te Korinthe en ook tot ons als leden van het lichaam van Christus het volgende: “God is getrouw, door Wie gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere”  Wat leren wij hier in dit vers : 1e God is getrouw! 2e Wij zijn door Hem geroepen! Voor wat? 3e Antwoord: geroepen tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere!  Wij zijn in Hem en behoren Hem toe en God heeft ons geroepen om dagelijks  kontakt te hebben met Hem door de Heere Jezus Christus! Wat hebben wij toch een geweldige God. Hij zal ons nooit verlaten en zoals wij al gelezen hebben in het vorige vers is dat ons lichaam, ziel en geest onberispelijk bewaard wordt tot de dag der verlossing als Christus ons komt halen met Zijn engelen en meeneemt naar de hemel bij de opname van de Gemeente, het lichaam van Christus. Wat Hij belooft doet Hij ook!

Vers 25: Broeders, bidt voor ons! De apostel vraagt de medebroeders en zusters in Thessalonica voor hen te bidden. Eigenlijk is dit smeken als je dit vers tot je door laat dringen. Het gebed is erg belangrijk in het leven van ons als gelovigen. Wij hebben dit al gelezen  in Filippenzen 4:6,7. Bidden is praten met God. Het is niet alleen voor onszelf bidden maar juist ook voor andere medebroeders en zusters in het lichaam van Christus dat ze ook in de boodschap van genade mogen groeien en ervoor mogen staan en blijven staan. De apostel Paulus predikte de boodschap en de anderen die bij hem waren en het was juist belangrijk dat het Woord van Genade door hun monden naar buiten kwam. Ook nu 2000 jaar verder is dit belangrijk dat wij voor elkaar bidden en voor vrijmoedigheid om deze boodschap van genade bekend te maken in deze wereld en daarmee niet te stoppen.  Lees II Timotheus 4:2-5. Het is nu hetgene wat daar geschreven staat! Wij leven nu in die tijd dat Gods Woord, de Bijbel, niet meer serieus genomen wordt.  Er zijn de laatste decennia hier in Nederland zoveel vertalingen van de Bijbel erbij gekomen dat het oorspronkelijke woord (wat er echt stond) er niet meer staat in deze vertalingen. De tegenstander, de duivel, is hard op weg om mensen op wat voor manier van Gods Woord weg te houden.  Mensen willen geen gezonde leer meer leren. De leer van genade is een gezonde leer en is tot gehoorzaamheid van het geloof Romeinen 16:25,26. Daarbij zijn mensen kittelachtig van gehoor en horen graag naar leraars naar hun eigen begeerlijkheden! Beste lezer dit is een oproep en gebed tot God van mij voor u en een roep van God: leer het evangelie van genade Handelingen 20:24 en het rechtsnijden 2 Timotheus 2:15 kennen en neem dit aan en ga hiervoor staan!  Dit zal u geestelijk sterk maken en u bewaren voor valse leringen en onzekerheden in uw geestelijke leven!

Vers 26 Groet al de broeders met een heilige kus staat hier. Dit is ook van harte dit doen.  Hier in Nederland begroeten wij broeders en zusters in de Heere Jezus Christus  met een warme handdruk of een omhelzing. Een kus was in het Midden Oosten toen in de tijd van Paulus een gewoonte om te doen. In Rusland en in Oost Europa en Azie zie je ook dat leiders van het land elkaar begroeten met een kus. Het betekent in de vers dat we elkaar warm en hartelijk mogen begroeten. Heilig betekent serieus, dus een serieuze begroeting is wel belangrijk als wij elkaar als broeders en zusters weer zien.

Vers 27: Paulus wilde dat de brief die hij hen stuurde (de eerste brief) dat deze brief gelezen werd en ook aan de broeders daar in de gemeente! Gelukkig hebben wij deze brief en ook de volgende brief aan de Thessalonicenzen helemaal compleet en deze is bewaard gebleven. Dit is heel uniek want wij kunnen zoveel leren uit deze brieven gericht in eerste instantie aan de gelovigen te Thessalonica en ook aan ons die zoveel jaren verder leven!

Vers 28 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen. Zo eindigt de apostel Paulus al zijn brieven: de genade zij met u of met u allen. Genade is een cadeau en komt van God, niet van mensen! Wij leven door genade door het geloof en wij zijn door genade door het geloof gered Lees Efeze 2:8,9! Wij leven onder de bedeling van genade Efeze 3:1-3. Onder Gods administratie van genade met de regels van die de genade boodschap ons geeft leven wij als leden van het lichaam van Christus. De apostel Paulus begint zijn brieven met deze woorden en eindigt ook al zijn brieven met deze woorden. Zo eindigt dus deze eerste brief aan de gelovigen te Thessalonica.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

'