Afgezonderd om te dienen
Schriftlezing: I Samuel 1:11-28
vertaald vanuit het Engels door A.Weeda
“…ik ben een vrouw bezwaard van geest…” was het antwoord van Hanna aan Eli, de priester. Hij dacht dat zij dronken was toen hij haar lippen zag bewegen, zonder geluid voort te brengen, terwijl zij haar hart uitstortte tot God. Deze verkeerde beoordeling van Eli laat zien dat hij geen voeling had met Gods gedachten noch met het hart van Hanna, terwijl hij juist de vertegenwoordiger van God in Israël was en degene die moest oordelen. Maar wat was het verdriet van Hanna?
Hanna was onvruchtbaar en getergd door andere mensen, maar haar verdriet zat veel dieper dan alleen het gebrek aan kinderen. Eli was ongevoelig, maar zijn zoons waren nog veel erger. Hun corruptie en immoreel gedrag was algemeen bekend. Het leiderschap van Israel was in verwarringdoor slechtheid en afgodendienst. Hoe ontmoedigend moet dat voor Hanna zijn geweest toen ze in Silo kwam om de feesten van de Here te vieren.
Hanna en haar man Elkana hadden Israël kunnen verlaten, net zoals Elimelech en Naomi gedaan hadden. Zij verlieten Kanaän en gingen naar Moab. Maar Hanna stortte haar hart uit tot de Here en Eli verzekerde haar dat “de God van Israël” gehoor zou geven aan haar verzoek. En zo ging een gelukkige Hanna naar haar huis in Rama terug.
Het duurde vele jaren voordat Eli Hanna weer zag (misschien wel zeven of twaalf jaar, want dat was de leeftijd waarop een kind gespeend werd in die tijden.) Daarna ging ze terug met de jonge Samuel, en liet hem bij Eli achter, om de Here te dienen. Hanna zal Samuel zeker meer gegeven hebben dan moedermelk om hem voor te bereiden voor zijn dienst aan de Heer. Hanna’s geestelijke training laat Samuels toewijding en uitstekende dienst zien. Samuel was de laatste richter, de dienstknecht die God gebruikte om zowel Saul als David tot koning te zalven en de eerste in een reeks van profeten. Samuels leven geeft betekenis aan de titel: “Afgezonderd om te dienen”.